10.3 Instellingsassistent
De instellingsassistent leidt u door de belangrijkste menupunten van de camera. De volgende
menupunten zijn in de instellingsassistent beschikbaar:
Netwerk ► DDNS ► Tekst ► Datum/tijd ► Installer ► Service ► Opslaan/herstart
Meer informatie over ieder instellingspunt vindt u in de paragraaf "Uitgebreide
camera-instellingen".
10.4 Uitgebreide camera-instellingen
10.4.1 Video
10.4.1.1 Algemeen
Netfrequentie:
Shutter:
Slow Shutter:
AGC:
10.4.1.2 Dagprofiel
Voor de dagmodus kunnen de volgende parameters worden ingesteld. De instellingen in het
volgende punt bij het thema nachtprofiel worden daardoor niet beïnvloed.
Helderheid:
Contrast:
Scherpte:
Kleurtoon:
Kleurverzadiging:
3D-DNR-niveau:
WDR:
WDR-niveau:
Kleur:
Stel hier de netfrequentie van het voedingsnet in. In NL is de
standaard 50 Hz.
Selecteer Auto, Anti-Flicker (sluitertijd aanpassing aan
flikkerende kunstmatige lichtbron) of vaste waarde.
Deze functie is een lange blootstelling functie (helderder beeld
bij te weinig licht), dit is de waarde van 1/2 van de langste
blootstellingstijd. Langere belichtingstijd, wordt de frame rate
verlaagd.
Max. Waarde voor de gain control
Instelling voor de beeldhelderheid
Instellingen voor het beeldcontrast
Instelling voor beeldscherpte. Een hogere scherpte kan de beeldruis
versterken.
Instellingen voor de kleurtoon
Instelling voor de beeldverzadiging
Ruisonderdrukking voor dynamische beelden
Door aanvinken wordt Wide Dynamic Range-functie van de camera
geactiveerd.
De intensiteit van de WDR-functie kan hier worden ingesteld.
Als deze functie is geactiveerd, wordt in de dagmodus een
kleurenbeeld weergegeven. Bij deactivering wordt een zwart-witbeeld
weergegeven. De functie is standaard actief.
166