6.8 AFSTELLING
VAN
DRUKSCHAKELAAR
In de vernevelunit bevindt zich een timer die de drukschakelaar in
staat stelt om na een bepaalde tijd de druk te regelen van het water
dat de pomp van de unit verlaat. Deze controle is een
veiligheidselement dat nodig is om de unit te stoppen in geval van
lekkage of gebrek aan water bij de inlaat.
Afhankelijk van het aantal sproeiers in het net, heeft de vernevelunit
enkele seconden nodig om de waterdruk op werkniveau te brengen.
Dit is de reden voor het aanvankelijk uitschakelen van de
drukschakelaar.
De vernevelunit is voorzien van een timervertraging afgesteld op
ongeveer 6 seconden. Indien binnen deze tijd de waterdruk niet de
minimumwaarde van 25 bar bereikt, wordt de drukschakelaar
geactiveerd en stopt de unit.
De eerste tip is om het aantal sproeiers van het net te verminderen.
Bij specifieke toepassingen en onder verantwoordelijkheid van de
installateur is het echter ook mogelijk om de vertraging van de
activering van de drukschakelaar te wijzigen.
In de elektrische doos zit een plastic zak met een reeks elektrische
weerstanden.
Met behulp van de waarde van de elektrische weerstand RS,
aangegeven in het aansluitschema achterin deze handleiding, kan de
regeling van de timer worden gewijzigd binnen een interval dat kan
variëren tot een maximum van ongeveer 58 seconden.
Een te lange vertraging bij het ingrijpen van de timer kan schade
veroorzaken aan de unit of de plaats waar deze werkt, in geval
van gebrek aan water of lekkage van water uit het sproeiernet.
7. GEBRUIK VAN DE UNIT
Voordat u de unit start, moet u ervoor zorgen dat u de rode
dop op de pomp hebt vervangen door het gele staafje dat
in een apart zakje wordt meegeleverd.
Zorg er ook voor dat het oliepeil voldoende is.
L-LC191.01.BM
TIMER
VOOR
ACTIVERING
NL
Vervang de rode dop op het oliereservoir van de pomp door het
staafje met de gele dop. Controleer het oliepeil in de pomp.
Alvorens de unit te gebruiken, dient u zich ervan te
vergewissen dat alle beschermingsinrichtingen correct
zijn aangebracht en in goede staat verkeren.
7.1 EERSTE START
Voer de volgende procedure uit als de unit voor het eerst in het
seizoen wordt gestart:
1. Controleer of de waterfilters schoon zijn.
2. Schroef de sproeiers aan het einde van de leiding los oftewel
open de kleppen aan het einde van de leiding.
3. Zet de unit eerst aan in manuele modus om het sproeiernet te
laten spoelen en zo eventuele onzuiverheden te verwijderen die
zich binnenin hebben afgezet. Om dit te doen:
3.1 Open de kraan van de waterleiding. Controleer met behulp
van de manometer op de filtergroep of het water dat de
pomp ingaat een druk van ten hoogste 3 bar heeft. Zo niet,
installeer dan een drukregelaar.
3.2 Zet de hoofdschakelaar op OFF voor de elektrische voeding
van de unit:
3.3 Draai de hoofdschakelaar naar de stand
Afhankelijk van de bedrijfsdruk van de unit, bij afwezigheid
van sproeiers, is het mogelijk dat de unit na enkele minuten
werking in de blokkeerstand gaat. Indien nodig, stop en
herstart de unit totdat de spoeling is voltooid.
4. Breng de sproeiers en de kleppen aan het einde van de leiding
weer in bedrijfstoestand.
65 / 72