1 - Langer maken
2 - Korter maken
Het harnas en bijbehorende riem zijn correct afgesteld
wanneer:
- Alle banden zijn correct ingesteld (niet te slap en niet te strak),
zijn niet gekruist en zitten niet gedraaid.
- De rugbevestigingsring is correct geplaatst ter hoogte van de
schouderbladen.
- De borstband zit correct op het midden van de borstkas.
- De uiteinden van alle banden worden bijeengehouden in de
elastische opberglussen.
CONTROLES :
- Bij twijfel over de betrouwbaarheid van de uitrusting, deze niet
gebruiken indien geen schriftelijke toestemming is verkregen
van een persoon die bevoegd is om te beslissen of de uitrusting
(opnieuw) gebruikt kan worden.
-
Wanneer
het
valbeveiligingssysteem
veiligheidsonderdelen wordt samengesteld, controleer dan
of alle onderdelen compatibel zijn met elkaar en controleer
of voldaan wordt aan de richtlijnen uit de handleiding en de
normen die gelden voor het valbeveiligingssysteem. Met name
controleren of de veiligheidsfunctie van het ene onderdeel niet
belemmerd wordt door de veiligheidsfunctie van een ander
onderdeel en of deze elkaar niet in de weg zitten.
- Bij gebruik van de 300 mm lange verlenging van het
vasthakingspunt op de rug samen met een energiedemper
met geïntegreerde vanglijn (EN 355) dient u te controleren of
het volledige systeem niet meer dan 2 m lang is.
- Vóór elk gebruik van een valbeschermingssysteem moet
verplicht de vrije ruimte (tirant d'air) gecontroleerd worden die
vereist is onder de gebruiker zodat bij een val er geen botsing
plaatsvindt met de grond, noch met een vast of bewegend
obstakel dat zich op het traject bevindt.
- Controleer, op het oog, vóór, tijdens en na gebruik of de
uitrusting in goede staat verkeert en of er geen gebreken zijn: de
staat van de banden, van de sluitnaden, van de stelgespen, van
de ringen en de valindicatoren (#6). Controleer op afwezigheid
van slijtage, insnijdingen, rafels, begin van breuken, roestsporen
of verkleuring en controleer of markeringen (identificatie en/
of houdbaarheidsdatum) leesbaar zijn. Controleer of de gespen
schoon zijn, in goede staat verkeren en goed werken.
GEBRUIK :
- Controleer tijdens het gebruik regelmatig de afstel- en
bevestigingsonderdelen van het harnas en van de geïntegreerde
riem. Deze onderdelen moeten beschermd worden tegen elke uit
de omgeving afkomstige aantasting: van mechanische (schokken,
scherpe randen...), chemische (zuuropspattingen, zuren,
oplosmiddelen...) elektrische (kortsluitingen, vlambogen...) of
thermische aard (heet oppervlak, branders...).
- Het valbeschermingssysteem moet worden verbonden aan
de achterkant of aan de uiteinden van de verlengde band
indien deze wordt gebruikt, of aan beide sternale ringen
tegelijk. Deze punten zijn aangeduid met de letter A (unieke
bevestiging) of A/2 (deze punten moeten worden verbonden
met elkaar).
- Het gebruik van het harnas met een subsysteem voor
valbeveiliging moet compatibel zijn met de gebruiksinstructies
van elk onderdeel van het systeem en met de normen: EN353-
1 / EN353-2 / EN 355 / EN360 / EN 362. Voor meelopende
valbeveiligers met starre ankerlijn (EN353-1) of flexibele ankerlijn
(EN353-2) wordt voorgeschreven om het harnas te koppelen
aan het borstverankeringspunt. Voor schokdempers (EN355) of
valbeveiligingen met automatisch oprollen van de kabel (EN360)
het harnas bij voorkeur vastmaken aan het rugverankeringspunt.
- Het verankeringspunt op de constructie waar het
valbeveiligingssysteem aan vastgemaakt wordt, moet zich boven
de gebruiker bevinden, op korte afstand, en moet verder voldoen
aan de minimale weerstandseisen volgens de norm EN795:2012
(R ≥ 1200DaN). De gebruiker moet zich niet te ver verwijderen
van de loodlijn van deze verankering om de impact van een
eventuele slingerval zoveel mogelijk te vermijden.
- De gereedschapsringen mogen in geen enkel geval gebruikt
worden als verankeringspunt of als werkplekpositioneringspunt.
- Na een val of als de valindicator is geactiveerd (#6), moet het
harnas worden vernietigd.
- De nominaal maximale belasting van het reddingsharnas is
140 kg.
- Het gebruik van dit harnas door een persoon met een
gewicht van minder dan of gelijk aan 140 kg is mogelijk als
de bijbehorende stopsystemen voldoen aan de normatieve
met
andere
vereisten om een val te stoppen van een massa van tenminste
140 kg.
- Waarschuwing: tijdens reddingsoperaties bestaat er een risico
op een hangtrauma.
-Voor het eerste gebruik van het valbeschermings- en
reddingsharnas is het noodzakelijk om op een veilige plek
hangtests uit te voeren op de bevestigingspunten die bedoeld
zijn voor reddingsoperaties (EN1497: 2007) (#2-B) teneinde het
comfort (aangepaste grootte – makkelijk afstelbaarbaar) en de
verwachte doeltreffendheid te waarborgen.
ALGEMENE
VAN DE HARNASSEN EN DE RIEMEN BIJ
WERKPLEKPOSITIONERING :
- Periodieke controle door een bevoegde inspecteur is
noodzakelijk om de veiligheid van de gebruiker te garanderen
die in verband staat met het behoud van de werking en de
weerstand van de uitrusting. Een jaarlijkse verplichte keuring
is nodig om de staat van de uitrusting goed te keuren. De
uitrusting mag pas weer gebruikt worden na schriftelijke
goedkeuring.
- Deze producten niet blootstellen aan temperaturen lager dan
–30°C of hoger dan 50°C.
- Het gebruik van deze uitrusting mag niet anders zijn dan
voorgeschreven noch buiten de aangegeven grenzen
plaatsvinden.
- Opslag: het product moet opgeslagen worden in een droge
en geventileerde ruimte, en afgeschermd worden van directe
warmtebronnen en ultravioletstralen. Het drogen van een nat
geworden uitrusting moet onder dezelfde omstandigheden
plaatsvinden.
- Schoonmaken en desinfectie: uitsluitend met water met een
neutrale zeep.
- Verpakking: gebruik een beschermende, waterdichte en
onbederfelijke verpakking.
- Transport: in de verpakking en vrij van schokken of druk vanuit
de omgeving.
- Elke wijziging of reparatie van het product is verboden.
- Levensduur: De PBM's tegen vallen van hoogtes zijn
ontworpen voor vele jaren gebruik onder normale gebruiks-
en opslagomstandigheden. De levensduur hangt af van
het gebruik. - Sommige omgevingen met bijtende, zoute,
zandachtige of chemische stoffen kunnen de levensduur van
de PBM's doen beperken. In die gevallen moet vóór het gebruik
bijzondere aandacht geschonken worden aan bescherming
en controles. De jaarlijkse verplichte controle bekrachtigt
GEBRUIKSVOORWAARDEN
DEX Harnais NUS-01-M-Ind 02 p 17 /32