Nederlands
69. Binnen-/vochtvoeler
Algemeen
69.1
De draadloze binnenvoeler wordt gevoed met de geïntegreerde
zonnecellen, wat bij een laag lichtniveau kan worden aangevuld met de
meegeleverde batterij (1/2 AA, 3,6 V).
De voeler is via het display van het hoofdproduct aangesloten op
het draadloze netwerk. Dit wordt beschreven in het menuhoofdstuk
Touchscreen .
De tabel in het hoofdstuk Technische gegevens toont de
fabrieksinstellingen voor start/stop-drempelwaarden voor de ventilatiemodi
Geforceerd en Op maat . Als er meerdere voelers zijn geïnstalleerd,
zal de hoogste meting (rH) op het display weergegeven en met de
drempelwaarden vergeleken worden.
Tijdens de installatie moeten de drempelwaarden worden afgestemd op
de omstandigheden in de woning. Raadpleeg voor meer informatie de
Installatie- en onderhoudshandleiding voor de ventilatie-unit.
69.2
Installatie
Voor nauwkeurige metingen moet de voeler worden geplaatst op een plek
die representatief is voor de omstandigheden in de woning. Plaats de
voeler zo mogelijk daar waar de zonnecellen kunnen worden opgeladen
door natuurlijk daglicht.
• Verwijder de bodemplaat door de grendel aan de onderkant van de
voeler in te drukken met een schroevendraaier.
• Gebruik schroeven om de bodemplaat van de voeler te bevestigen
aan een vlak wandoppervlak.
• Druk de kap op de bodemplaat.
69.3
Eerste opstart
Sluit de binnenvoeler aan op het draadloze systeem en defi nieer
deze door op het scherm een aansluitkanaal in het menu Defi niëren te
selecteren en vervolgens de knop "Leren" op de voeler in te drukken. Zie
het hoofdstuk Touchscreen / SmartControl-accessoires defi niëren voor
gedetailleerde informatie.
Zie het hoofdstuk Touchscreen / SmartControl-accessoires defi niëren om
de voeler aan te sluiten op het huidige verwarmingssysteem.
NL
124
CTC SmartControl
Knop "Leren" (onderaan):
om de voeler te verbinden/
pairen met de Gateway