66. Binnenvoeler
Algemeen
66.1
De draadloze binnenvoeler wordt gevoed met de geïntegreerde
zonnecellen, wat bij een laag lichtniveau kan worden aangevuld met de
meegeleverde batterij (1/2 AA, 3,6 V).
De voeler is via het display van het hoofdproduct aangesloten op
het draadloze netwerk. Dit wordt beschreven in het menuhoofdstuk
Touchscreen .
66.2
Installatie
De binnenvoeler moet worden geplaatst op een geschikte locatie in de
woning, die representatief is voor de temperatuur in de kamer, niet op
een tochtige plek of in de buurt van een warmtebron. Plaats de voeler
zo mogelijk daar waar de zonnecellen kunnen worden opgeladen door
natuurlijk daglicht.
• Om de bodemplaat te verwijderen, drukt u de grendel aan de
onderkant van de voeler in met een schroevendraaier.
• Gebruik schroeven om de bodemplaat van de voeler te bevestigen
aan een vlak wandoppervlak.
• Sluit de voeler aan op het systeem met behulp van de software, zie
het hoofdstuk Eerste opstart hieronder.
• Druk de kap op de bodemplaat.
66.3
Eerste opstart
Sluit de binnenvoeler aan op het draadloze systeem en definieer deze
door op het scherm een vacante kanaalpositie in het menu Definiëren te
selecteren en vervolgens de knop "Leren" op de voeler in te drukken. Zie
het hoofdstuk Touchscreen / SmartControl-accessoires definiëren voor
gedetailleerde informatie.
Zie het hoofdstuk Touchscreen / SmartControl-accessoires definiëren om
de voeler aan te sluiten op het huidige verwarmingssysteem.
Nederlands
Knop "Leren": om de voeler te
verbinden/pairen met de Gateway
Grendel om de bodemplaat te verwijderen
CTC SmartControl
NL
121