Repeater; Algemeen; Installatie; Eerste Opstart - CTC SmartControl Manuel D'installation Et De Maintenance

68. Repeater

Algemeen

68.1
Er wordt een repeater gebruikt voor het zo nodig doorsturen en versterken
van het signaal tussen de SmartControl-accessoires (voeler of knop) en de
Gateway. Dit kan nodig zijn wanneer een accessoire ver van de Gateway
is neergelegd en/of op een plaats ligt waar dikke muren het signaal van de
zender absorberen.
De repeater is via de meegeleverde voeding aangesloten op een
wandcontact.
68.2

Installatie

• Schroef de kap op de repeater door de vier borgschroeven een
kwartslag linksom te draaien voor toegang tot de klemmenstrook voor
aansluiting op de voeding.
• Verwijder de kap en sluit de draden van de voeding aan op de
klemmenstrook van de repeater. Zie afbeelding.
• Monteer de repeater met behulp van schroeven op een vlak
wandoppervlak.
• Bevestig de kap met behulp van de vier schroeven.
• Aansluiten op het wandcontact.
De antennevoet is magnetisch en kan op een metalen oppervlak worden
geplaatst (of zet hem vast met behulp van dubbelzijdige tape), waar goede
ontvangst op de Gateway en zendapparatuur kan worden gewaarborgd.
68.3

Eerste opstart

De repeater niet hoeft te worden gedefi nieerd en maakt automatisch
verbinding met het draadloze netwerk zodra het is ingeschakeld.
De repeater stuurt het signaal van de voeler alleen door als de afstand
tussen de voeler en de Gateway zo groot is dat het signaal niet door de
Gateway kan worden herkend. Wanneer de repeater wordt gebruikt, wordt
de sterkte van het signaal tussen de repeater en de Gateway op het display
weergegeven in het menu Defi niëren (niet als eerder de sterkte van het
signaal tussen de voeler en de Gateway).
Nederlands
Repeater
Antenne en
kabel
Voeding
Aansluiting, voeding
CTC SmartControl
NL
123