Ingebruikname van het testtoestel
3.3.2
Testtoestel plaatsen
AANWIJZING
i
i
Plaats het testtoestel op een tafel of een werkbank.
De PC moet naast het testtoestel worden geplaatst,
zodat deze binnen handbereik van de bediener staat.
1. Lijn
de
tafelbevestiging
parallel uit met de tafelrand.
De afstand tussen de tafel-
rand
en
de
voorste
gaten van de tafelbevesti-
ging moet 12 cm bedragen.
2. Bevestig de tafelbevesti-
ging met de meegeleverde
schroeven aan de tafel.
3. Til het testtoestel achter iets op.
4. Lijn de voorste voeten van het testtoestel uit op de sleuven
in de tafelbevestiging en schuif het testtoestel naar achter
in de tafelbevestiging. De achterste voeten moeten in de
tafelbevestiging vastklikken.
VOORZICHTIG
!
Voor het testtoestel mag uitsluitend ademlucht volgens
EN 12 021 worden gebruikt. Als het testtoestel met
zuiver zuurstof wordt gebruikt, bestaat brandgevaar.
5. Verbind de middendrukaansluiting van het testtoestel via
een ademluchtslang met de middendruktoevoer.
6. Sluit het testtoestel met de USB-kabel aan op de PC.
7. Sluit het testtoestel via de voedingsadapter aan op de
stroomvoorziening.
AANWIJZING
i
i
Trek voor het losmaken van de stekker de bus ca.
1 mm van het testtoestel weg. Daardoor wordt de
vergrendeling vrijgegeven en kan de stekker uit het
testtoestel worden getrokken.
3.4
Controles voor elk gebruik
3.4.1
Testtoestel voorbereiden
1. Verwijder de vernevelaar van het testtoestel en vul deze tot
de vulstandmarkering met gedestilleerd water:
Verwijder de slang in drukloze toestand van de connector.
Schuif daarvoor de beweegbare buitenring naar de
connector en trek deze van de slang af.
De vernevelaar kan nu van de bevestigingspin worden
getrokken.
VOORZICHTIG
!
Als er water in de vernevelaar blijft kunnen bacteriën
zicht ophopen.
Vul de vernevelaar pas direct voor het testen.
36
2. Als er masker-helm combi-
naties gecontroleerd moe-
ten worden, plaats de
houder (1) aan de achter-
zijde van de tegenhouder
en zet deze vast met
de schroef (2).
3.4.2
i
i
12 cm
!
01521868.eps
1. Toegang tot de testsoftware wordt verkregen via het
startmenu of via de snelkoppeling op het bureaublad.
Het startscherm verschijnt. De programmabestanddelen
worden geladen. Wanneer een systeemfout wordt
gedetecteerd, verschijnt een foutmelding.
Een voortgangsbalk met statusinformatie geeft inzicht over
de voortgang van het startproces.
2. Wanneer het aanmeldscherm verschijnt, voert u de
gebruikersnaam en het wachtwoord in.
Na de start van het programma en de succesvolle aanmelding
worden in het functiebereik de tabbladen "Afsprakenlijst" en
"Test" getoond.
i
i
Als een test wordt opgeroepen en het testtoestel van stroom
wordt voorzien, brandt de LED op het testtoestel zwak. Als het
testtoestel met de PC communiceert, brandt de LED sterk.
Als het testtoestel niet meer functioneert, verschijnt een
foutmelding op de PC. De LED brandt niet.
3.5
De testprocedure wordt beschreven in de testsoftware.
Testsoftware op de PC starten
AANWIJZING
Als een test in de testsoftware wordt opgeroepen,
wordt het testtoestel automatisch ingeschakeld. Er zit
geen aan/uit-schakelaar op het testtoestel.
VOORZICHTIG
Sluit geen ademluchttoestel aan op het testtoestel
voordat de software wordt gelanceerd. Bij de start van
het testtoestel moet het systeem drukloos zijn, zodat
de druksensoren kunnen worden gesynchroniseerd
met de actuele omgevingsdruk. Anders kan er geen
test worden uitgevoerd. In dit geval verschijnt een
foutmelding.
AANWIJZING
Dräger adviseert om vóór het werken met het
testtoestel de software-instellingen te controleren.
Tijdens het gebruik
1
2
00231173.eps
Dräger Prestor 5000