Instrumentenpaneel
1.
Accudisplay
2.
Snelheidsregelaar
3.
Alarmlicht
4.
Claxon
5.
Richtingaanwijzer
6.
Lichtschakelaar - koplampen
7.
Rijhendel
8.
Snel (H) / Langzaam (L)-rijschakelaar
7
6
Gebruik
Contactsleutel
Om de elektromobiel te starten, draait u de sleutel naar
rechts; het instrumentenpaneel wordt nu verlicht. Om uit
te schakelen draait u de sleutel naar links; het instrumen-
tenpaneel wordt uitgeschakeld en u kunt de sleutel eruit
trekken.
Waarschuwing: Draai de contactsleutel niet om terwijl
u aan het rijden bent, omdat de scootmobiel hierdoor
direct tot stilstand komt, wat tot mogelijke beschadi-
ging of verwondingen kan leiden.
Rijhendel
De elektromobiel wordt aangedreven doordat de be-
stuurder de rijhendel aan de zijkant van het instrumen-
tenpaneel bedient. Om de elektromobiel vooruit te rij-
den, beweegt u de rechter rijhendel in de richting van
de bediener. Om de elektromobiel achteruit te rijden,
beweegt u de linker rijhendel in de richting van de bedie-
ner. De claxon produceert een pieptoon als het voertuig
achteruit rijdt. Hoe verder u de rijhendel indrukt, des te
sneller rijdt de elektromobiel.
Om de elektromobiel te stoppen, laat u de rijhendel los;
de elektromagnetische rem treedt automatisch in wer-
king.
Waarschuwing: Bedien de linker en rechter rijhendel
nooit tegelijkertijd.
Remmen
Als u de rijhendel loslaat, wordt het voertuig automatisch
afgeremd. Als het voertuig tot stilstand komt, sluit de
magneetrem automatisch. De scootmobiel is nu bevei-
ligd tegen wegrollen.
Drive Medical GmbH & Co. KG | Versie: 10.08.2020 | Drukfouten en wijzigingen voorbehouden
In geval van nood kan de gebruiker de elektromobiel
stoppen door de handrem links aan de greep van de
stuurstang te bedienen.
Waarschuwing: Schakel het voertuig op hellend terrein
nooit in de neutrale stand. In dat geval werkt de motor-
rem niet.
Snelheid instellen
U kunt de snelheid van de elektromobiel verhogen door
de snelheidsregelaar naar rechts te draaien (haassym-
bool), of verlagen door de snelheidsregelaar naar links te
draaien (schildpadsymbool).
Waarschuwing: Stel de snelheidsinstelling niet tijdens
het rijden in, omdat u hierdoor de controle kunt verlie-
zen. Stel niet de hoogste snelheid in als u binnenshuis
rijdt.
Als u de elektromobiel binnenshuis of in voetgangers-
zones gebruikt (bijv. op trottoirs of in winkelstraten), kies
dan de lage snelheidsinstelling. Als u de elektromobiel
op de weg gebruikt, kunt u de hoge snelheidsinstelling
kiezen.
Druk op de schakelaar 'H/L' (afb. 1) om te schakelen tus-
sen de twee snelheidsniveaus. Op het langzame snel-
heidsniveau wordt de snelheid tot ongeveer de helft ge-
reduceerd.
Waarschuwing: Gebruik altijd de lage tempo-instelling
als u binnenshuis of op het trottoir rijdt.
Opmerking: Zet de snelheid op maximum om tegen een
helling op te rijden en op minimum om bergaf te rijden.
Claxon
Als u op de knop 'claxon' drukt, weerklinkt er een ge-
luidssignaal, dat weer verstomt zodra u de knop loslaat.
Richtingaanwijzer
Druk op de desbetreffende richtingaanwijzer als u een
bocht om gaat, om aan te geven waar u naartoe gaat.
Druk nogmaals op dezelfde knop om de richtingaanwij-
zer uit te schakelen.
Licht
Druk eenmaal op de lichtknop om de koplampen in te
schakelen. Druk nogmaals op de lichtknop om de kop-
lampen uit te schakelen.
NL
49
Gebruiksaanwijzing ENVOY