Storingen, Mogelijke Oorzaken En Reparaties - Rothenberger RP PRO III Instructions D'utilisation

!
Let op: Dit toestel is alleen bedoeld voor het uitvoeren van tests, NIET voor het vullen
van een systeem. Het gebruik van uw RP PRO III voor het vullen van een systeem zal
het toestel beschadigen of vernielen! Als het systeem leeg is, gebruik dan een andere
methode om het te vullen voordat u met uw RP PRO III een druktest uitvoert
Schakel het toestel in (Fig. G op het toestel) en laat het werken totdat u er zeker van bent dat het systeem vrij
is van lucht via het ontluchtingspunt. Schakel de pomp vervolgens uit en sluit het ontluchtingspunt onmiddellijk!
6. Om de gewenste testdruk te bereiken:
• Schakel de pomp in (Zorg ervoor dat regelklep V2 volledig is ingesteld op OPEN)
• Draai de regelklep V1 langzaam met de klok mee naar +BAR, waardoor de druk toeneemt tot
de gewenste druk is bereikt. Gebruik V1 om de druk naar behoefte te verhogen en te verlagen!
Draai de regelklep V2 met de klok mee naar SLUITEN, en schakel vervolgens ONMIDDELLIJK
•
de pomp uit!
7. Als de aflezing op de meter de gewenste druk heeft overschreden. Houd de pomp UITGESCHAKELD:
• Open V2 voorzichtig en draai V1 naar -BAR tot de gewenste druk is bereikt
• Sluit vervolgens V2
8. Wanneer het testen is voltooid:
Draai de regelklep V2 tegen de wijzers van de klok in volledig naar OPEN
Draai de regelklep V1 tegen de wijzers van de klok in volledig naar –BAR
N.B. Bij opslag van het apparaat tussen gebruiksbeurten en gedurende langere tijd, open
V1 & V2 volledig en draai de knoppen vervolgens een halve slag met de klok mee terug om
te voorkomen dat de kleppen blijven kleven!
7

Storingen, mogelijke oorzaken en reparaties

Hoewel het toestel ingeschakeld is, treedt de motor niet in werking
De stroom bereikt de
klemmenkast niet
De elektrische stroom bereikt
de klemmenkast, maar de
spanning is zeer laag
De pomp zit vast door ijs. De
motorrotor is vastgelopen
De pomp werkt, maar de druk stijgt niet
Onvoldoende watertoevoer
Aanzienlijke hoeveelheid
lucht in het toegevoerde
water
Het waterfilter is vuil
De pakkingen van de pomp
zijn in slechte staat of de
pompventielen zijn vastgelopen
V1-ventiel op minimumdruk
ingesteld
Het leidingwerk bereikt de testdruk, maar houdt de gewenste druk niet op peil
Het V2-ventiel werkt niet
goed
De uitlaatdruk is onregelmatig en maakt veel lawaai
Lucht in het toevoerwater
Onvoldoende watertoevoer
Controleer de aansluiting van de stekker/stopcontact. Controleer de
lengte van de snoeren die naar de klemmenkast leiden. Monteer
de thermische beveiliging van de motor opnieuw of vervang de
doorgebrande zekeringen. Neem contact op met een servicecentrum.
Sluit de motor aan op een voeding van 230V, 50 Hz.
Gebruik voor 110V een 3KVA-transformator.
Neem contact op met een officieel servicecentrum.
Controleer de toevoerslang: de binnendiameter mag niet kleiner zijn
dan 15 mm. Ook mag de waterdruk in de aansluitkraan niet minder dan
1 bar bedragen.
HOOFDLEIDING Controleer of de fittingen goed vastzitten en of
de watertoevoer MIN 1bar bedraagt met voldoende doorstroming.
RESERVOIR Controleer of het waterreservoir vol is en of de slang
correct ondergedompeld is om water naar de pomp te zuigen.
Reinig het filter.
Vervang de pakkingkit R6.1186.
Open het V1-ventiel tot de gewenste druk is bereikt.
Controleer de werking van het V2-ventiel. Reinig het en verwijder eventueel vuil
dat het water heeft meegevoerd. Neem contact op met een servicecentrum.
Controleer de afdichting aan beide uiteinden van de toevoerslang.
Controleer de toevoerslang: de binnendiameter mag niet kleiner zijn dan 15 mm.
Ook mag de waterdruk in de aansluitkraan niet minder dan 1 bar bedragen.
NEDERLANDS 41