1. Zet de batterijlader aan.
2. Plaats de schakelaar op de positie van de
gewenste snelheid; de desbetreffende LED,
rechtsboven op de batterijlader, zal oplichten.
3. Als algemene richtlijn wordt aanbevolen
"NORMAAL" of "SNEL" te gebruiken voor de
meeste batterijen, en "LANGZAAM" voor
batterijen met een klein vermogen (minder
dan
600mA),
snelheid/laadstroom verschillend is voor elk
soort batterij.
1. Deze modus is ontworpen om te testen of de batterijlader volledig
functioneert.
2. Plaats geen montagehulpstuk in de lader.
3. Sluit de AD/DC-adapter aan op een geschikte contactdoos (sluit de
adapter aan op de sigarettenaansteker bij gebruik in een voertuig).
Opgelet: sluit de lader nog niet aan.
4. Houd de "ONTLAAD"-knop ingedrukt, en steek vervolgens de stekker in de
batterijlader. Een van de "SNELHEID"-LED's zal oplichten. Laat de
"ONTLAAD"-knop onmiddellijk los, en de batterijlader zal overschakelen
naar de zelftestmodus.
5. De zelftestmodus-LED'S zullen aangaan in de volgorde zoals aangeduid
op de volgende pagina.
6. Indien de LED's niet aangaan zoals aangeduid, functioneert het
batterijlaadtoestel niet correct.
SMART CHARGER
SNELHEID-/LAADSTROOMCONTROLE
hoewel
de
ZELFTESTMODUS
optimale
13
Gebruik deze
schakelaar
om de
gewenste
laadsnelheid
te kiezen
VL7198