Is tijdens de montage een slang op het
reservoir gemonteerd, dan kan een
eenvoudige noodafvoer van het verza-
melde restwater plaatsvinden. Hiertoe
wordt het restwater via de slang in een
platte bak afgevoerd. Vervolgens wordt
de slang weer met een geschikte stop
afgesloten.
Bij de verdere arbeidsstappen blijft het
reservoir geïnstalleerd. Alleen de mo-
tor-pompeenheid moet worden gede-
monteerd.
1. Daartoe eerst de schroef van de af-
dekkap losdraaien. De kap iets in de
richting van de drukleiding trekken
tot hij uit zijn bevestiging komt. Dan
de kap verwijderen.
De motoreenheid kan heet zijn.
2. Nu de condensor, de vierkante stek-
ker en de aardekabels van de motor
lostrekken en de schroef op de mo-
toreenheid in het reservoir losdraai-
en.
3. Met een schroevendraaier de mo-
tor-pompeenheid verwijderen, met
de handgreep draaien en uit het re-
servoir halen.
4. Vreemde voorwerpen uit het reser-
voir of bij de pomp door de zuigopening
verwijderen en eventueel de onderdelen
reinigen.
5. Systeem in omgekeerde volgorde
weer zorgvuldig monteren.
ATTENTIE! Eerst de afdichting van de
motor-pompeenheid reinigen en op-
nieuw met vaseline invetten.
De motor-pompeenheid in de afdich-
tingszitting drukken en door tegen de
klok in te draaien in de drukleiding
koppelen. Dan de vierkante stekker en
condensor erin steken en de aarding
aansluiten.
Actieve-koolstoffilter
Het actieve-koolstoffilter in het acces-
soirepakket (meegeleverd) wordt aan-
bevolen bij geurvorming. Voor montage
of vervanging moet het ontluchtings-
rooster/de ontluchtingsafdekking van
de ontluchtingsbehuizing worden ver-
wijderd. Het filter (eerst folie verwij-
deren) in de opening drukken, dan wel
verwijderen. Bij een opgebruikt filter
tijdens het onderhoud een nieuw filter
plaatsen. Vervolgens het ontluchtings-
rooster/de ontluchtingsafdekking weer
aanbrengen.
Een filtervervanging moet bij geurvor-
ming, maar minstens 1 maal per jaar
plaatsvinden.
NEDERLANDS
Inschakelvertraging en nadraaitijd
Wordt op de printplaat met DIP-schake-
laars gewijzigd (Technische Gegevens).
Software 5.0: Inschakelvertraging (S4)
en nadraaitijd (S1-S3)
Software 6.08: Inschakelvertraging (S3-
S4) en nadraaitijd (S1-S2)
Aansluiting van een potentiaalvrije
storingsmelding
Voor de aansluiting van het potentiaal-
vrije werkcontact moet een 2-aderige
mantelkabel met een nominale span-
ning van minimaal 300/500V (bijvoor-
beeld H05.. of gelijkwaardig) worden
gebruikt. Om de trekontlasting te laten
functioneren, moet de diameter van de
kabel tussen de 6,5 en 8 mm liggen.
- De kabel zo kort mogelijk strippen
(max. 20 mm) en de draden bloot-
leggen. Bij meervoudige of fijne
draden adereindhulzen gebruiken.
- Mantelkabel parallel aan en boven
de netkabel door de zich voor de
behuizing bevindende trekontlas-
tingsklem en de steekaansluiting in
het apparaat leiden (zie afbeelding).
- De plaatsing in het apparaat ver-
loopt eveneens parallel aan de
netkabel door de zich voor de print-
plaat bevindende kunststof trekont-
lastingsklem.
- De twee afzonderlijke draden door
de kabelbinder op de printplaat
naar de klemmen 40/41 leiden - na
het vastklemmen van de draden
de kabelbinder vasttrekken (zie af-
beelding).
25