Nederlands
onder spanning te staan, wat de gebrui-
ker van de zaag een schok kan geven
wanneer de handvaten niet gebruikt
worden.
f.
Maak bij schulpen te allen tijde
gebruik van een schulpgeleider. Dit
maximaliseert de nauwkeurigheid van
de snede en minimaliseert de kans op
bladbuiging.
g. Gebruik te allen tijde aanbevolen zaag-
bladen van de juiste grootte en vorm.
Bladen die niet passen bij het montage
hardware van de zaag lopen excentrisch
wat leid tot controleverlies.
h. De blad bout en de sluitringen zijn
speciaal ontworpen voor uw zaag.
Voor een optimale prestatie en een
optimale veiligheid, gebruikt u geen
beschadigde of onjuiste sluitringen.
Bijkomende veiligheid voor alle
3.2
zaagmachines
Terugslag
3.3
• Terugslag is een plotselinge reactie op
een vastlopend, geforceerd of een foute
uitlijning van het zaagblad, waardoor de
zaag uit het materiaal omhoog, naar de
gebruiker wordt geschoten.
• Wanneer het zaagblad plots klem komt
te zitten in het werkstuk, schiet de
machine in de richting van de gebruiker
dankzij de kracht van de motor.
• Wanneer het zaagblad gedraaid of fout
uitgelijnd in het werkstuk komt te zitten,
graven de tanden aan de achterzijde
van blad in het werkstukoppervlak waar-
door het zaagblad mogelijk uit het werk-
stuk gedrukt wordt.
Terugslag is het gevolg van misbruik en/of
onjuiste gebruiksprocedures of – omstan-
digheden, en kan voorkomen worden door
het volgen van de volgende
voorzorgsmaatregelen:
a. Houd de zaag met beide handen stevig
vast en positioneer uw armen zo, dat
terugslag tegengewerkt kan worden.
Positioneer uw lichaam links een zijkant
van de zaag en niet in lijn met het zaag-
blad. Door het nemen van de juiste
voorzorgsmaatregelen kunnen terug-
38
7062848-Circular_Saw_1400W-Ma-1803-19.indb 38
slagkrachten door de gebruiker onder
controle gehouden worden.
b. Wanneer het blad stroef in het materi-
aal draait of wanneer u tijdens het
zagen onderbroken wordt laat u de
aan/uit schakelaar los en houd u de
zaag stil in het materiaal tot het blad
volledig stil staat. Probeer de zaag
nooit uit het materiaal te halen of naar
achteren te trekken wanneer het zaag-
blad roteert.
c. Wanneer de zaag in een onafgemaakte
snede herstart wordt, zorgt u ervoor
dat de zaag recht in de snede ligt en
dat de tanden niet in het materiaal
grijpen (een vastzittend blad kan bij het
her starten van de machine omhoog
geschoten worden)
d. Een groot werkstuk hoort dicht bij de
snede en dicht bij de rand onder-
steund te worden om inzakking te voor-
komen en de kans op terugslag te
minimaliseren.
e. Gebruik geen beschadigde of botte
bladen. Deze bladen produceren een
smalle nerf wat resulteert in overmatige
wrijving, het buigen van zaagbladen en
terugslag.
f.
Voor het maken van sneden horen alle
verstel vergrendelingshendels goed
vast gezet te worden. Het bewegen van
bladverstellingen kan leiden tot het
buigen van bladen en terugslag.
g. Wees uitermate voorzichtig bij het
zagen in muren en andere verborgen
gebieden. Het zaagblad raakt mogelijk
verborgen voorwerpen wat kan leiden
tot terugslag.
Onderste beschermkap functie
3.4
a. Controleer voor elk gebruik of de
onderste beschermkap juist functio-
neert. Gebruik de machine niet wan-
neer de beschermkap niet juist functi-
oneert. Vergrendel de beschermkap
niet in de open of gesloten positie.
Wanneer u de zaag laat vallen buigt de
beschermkap mogelijk. Controleer de
vrije beweging van de beschermkap
met behulp van de hendel.
20-03-18 10:39