LET OP: Als de pomp alleen wordt geleverd en
niet is geïntegreerd in een door ons geïnstalleerd
systeem, dan is de dimensioneringsmodus bij
aflevering de modus
'toerentalniveauregeling'.
Modus 'toerentalniveauregeling' (Fig. 1)
• Het bedrijfspunt wordt verkregen door via de
menu's het toerentalniveau handmatig in te
stellen of door een extern opdrachtsignaal te
gebruiken om het toerentalniveau uitgedrukt in
% te verkrijgen.
• Voor inbedrijfstelling moet het toerentalniveau
van de motor worden ingesteld op 2.400 tpm.
Modus 'constante druk: p-c' (Fig. 2)
• In de 'p-c'-modus houdt de omvormer een con-
stante druk op de pompontlading, ongeacht de
capaciteit die vereist is door de installatie.
Pc
P
at m
•
Het bedrijfspunt wordt handmatig gedefinieerd
via de menu's of een extern signaal.
• Toegang tot deze modus is mogelijk wanneer
in menu 5.7.8.0 de parameter voor een open
hydraulische lus is geselecteerd.
• Een relatieve druksensor wordt gebruikt voor
aansturing (sensor: nauwkeurigheid: ≤ 1%;
gebruik tussen 30% en 100% van het meetbe-
reik).
• Voor inbedrijfstelling moet de gewenste druk
worden ingesteld op 60% van de maximale
pompdruk.
Modus 'Δp-c' (Fig. 2)
• Als de omvormer zich in de 'Δp-c'-modus
bevindt, wordt een constante verschildruk
gehandhaafd (gegenereerd door de pomp),
ongeacht de capaciteit die is vereist door de
installatie.
Δp-c
• De verschildruk wordt handmatig gedefinieerd
via de menu's of een extern signaal.
• Toegang tot deze modus is mogelijk wanneer de
parameter voor een gesloten hydraulische lus is
geselecteerd in menu 5.7.8.0.
• Een verschildruksensor wordt gebruikt voor aan-
sturing (sensor: nauwkeurigheid: ≤ 1%; gebruik
tussen 30% en 100% van het meetbereik).
• Voor inbedrijfstelling moet de gewenste druk
worden ingesteld op 60% van de maximale
pompdruk.
Inbouw- en
bedieningsvoorschriften –
Tijd
Δp-c
Tijd
Wilo-Multivert MVISE 3G
Modus 'variabele druk: Δp-v' (Fig. 2)
• Als de omvormer zich in de 'Δp-v'-modus
bevindt, wordt de pompdruk lineair, in lijn met de
capaciteit die is vereist door de installatie.
• Het bedrijfspunt (Pset) wordt handmatig gedefi-
nieerd via de menu's of een extern signaal.
• Het bedrijfspunt bij een nulcapaciteit (%Pset)
wordt handmatig gedefinieerd via de menu's.
• Deze modus bevat een nulcapaciteitdetectie die
de pomp uitschakelt.
• Een verschildruksensor wordt gebruikt voor aan-
sturing (sensor: nauwkeurigheid: ≤ 1%; gebruik
tussen 30% en 100% van het meetbereik).
• Voor inbedrijfstelling moet de gewenste druk
worden ingesteld op 60% van de maximale
pompdruk.
• Toegang tot deze modus is mogelijk wanneer de
parameter voor een gesloten hydraulische lus is
geselecteerd in menu 5.7.8.0.
Modus 'PID-regeling'
• De omvormer maakt regeling mogelijk met een
ander type sensor (temperatuur, capaciteit, enz.)
via het besturen van de PID (proportionele inte-
grale differentiaalbesturing).
• Het bedrijfspunt wordt uitgedrukt als percenta-
ge van het meetbereik van de gebruikte sensor.
Dit punt wordt handmatig gedefinieerd via de
menu's of een extern regelingssignaal.
8.3.7 Menubeschrijving
Lijst van menu's (Fig. A5)
<1.0.0.0> Instelling gewenste waarde
<2.0.0.0> Instelling bedrijfssituatie
<3.0.0.0> Instelling pomp aan/uit
<4.0.0.0> Menu 'Information'
Lezen van de pompparameters
<5.0.0.0> Menu 'Service'
Toegang tot de pompparameterinstel-
lingen
<6.0.0.0> Reset uitval
Als zich een of meer uitvallen voor-
doen, verschijnt de uitvalpagina. De
letter E verschijnt, gevolgd door een
driecijferige code (zie hoofdstuk 10).
<7.0.0.0> Toegangsvergrendeling
Toegangsvergrendeling is beschikbaar
als de DIP-schakelaar 2 in de ON-stand
staat.
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Een onjuiste instelling kan leiden tot pompbe-
drijfstoringen, die weer kunnen leiden tot schade
aan de pomp of installatie.
Nederlands
113