de INTERNE en EXTERNE deur.
Om de kooi-modus in te stellen, is het noodzakelijk:
- KOOI=2 instellen op de EXTERNE deur
- KOOI=1 instellen op de INTERNE deur
Definitie functionaliteit afzonderlijke radars
•
Radar A externe deur (1)
Bij gesloten deuren wordt de opening van de externe deur geactiveerd en
de toegang binnen in de kooi toegestaan. Als de interne deur open is, wordt
deze eerst gesloten en gaat vervolgens de externe deur open. In geval van
gelijktijdige manoeuvres krijgt de externe deur voorrang. Wanneer de
externe deur is dichtgegaan, wordt de opening van de interne deur geactiveerd
en het betreden van het gebouw mogelijk gemaakt.
•
Radar B gepositioneerd in het midden van de kooi
Bij normale werking wordt de aanwezigheid van een persoon in de kooi waar-
genomen en maakt, al uitgaande, de opening van de externe deur mogelijk
zodra de interne deur is dichtgegaan. In geval van nood, eenmaal binnen
in de kooi, en als de andere deur niet opengaat, wordt het opnieuw sluiten
mogelijk van de deur waar men juist doorheen heeft gelopen.
•
Radar C interne deur (2)
Bij gesloten deuren wordt de opening van de interne deur geactiveerd en de
toegang tot de kooi vanuit de binnenkant van het gebouw toegestaan. Als de
externe deur open is, wordt deze eerst gesloten en gaat vervolgens de interne
deur open. In geval van gelijktijdige manoeuvres krijgt de externe deur
voorrang.
TABEL "A" PARAMETERS (PARA )
Logica
min. max.
0
60
TCA
1
99
CLEAR T.
1
90
alar
time
10
70
partial opening
3
30
che ist opening
1
10
accel.
1
10
bra e
1
20
op. d ist. s loud
1
20
cl. d ist. s loud
10
70
op. d ist. d ecel
10
70
cl. d ist. d ecel
4
99
op speed
4
99
cl speed
1
99
op. f orce
1
99
cls. f orce
*Universele programmeerbare palmtop
64
- VISTA-SL C (ARIA-EVO)
INSTALLATIEHANDLEIDING
default persoonlijk
4
Tijd automatische sluiting [s]
30
Ontruimingstijd [s]
30
Alarmtijd [s]
50
Gedeeltelijke opening [%]
Opening apotheek [cm]
12
(CHAR 59) *
Aanlooptijd []
5
(Fig. C2 Ref. A)
(CHAR PERC 41) *
Vertragingstijd []
5
(Fig. C2 Ref. B)
Ruimte nadering opening [cm]
2
(Fig. C2 Ref. E)
Ruimte nadering sluiting [cm]
2
(Fig. C2 Ref. F)
Ruimte vertraging opening [cm]
50
(Fig. C2 Ref. C)
Ruimte vertraging sluiting [cm]
50
(Fig. C2 Ref. D)
Standaardsnelheid bij opening
60
[%] (Fig. C2 Ref. G)
Standaardsnelheid bij sluiting [%]
60
(Fig. C2 Ref. H)
75
Openingskracht [%]
75
Sluitkracht [%]
15.12) OMKERING VAN RICHTING FIG. AK
15.13) FIG. AK: een afstand "X" kleiner dan 100 mm aanhouden tussen deurdeel
en vast gedeelte erachter. Als X groter is dan 100 mm, in veiligheid stellen door
een sensor toe te passen die conform de EN 16005 is of een vaste bescher-
mingsbarrière aanbrengen.
16) OPTIONELE U-LINK MODULES
Zie de instructies van de U-link modules
17) DE FABRIEKSINSTELLINGEN HERSTELLEN (Fig.U)
LET OP U herstelt de waarden die door de fabriek zijn ingesteld. De afstan-
dsbedieningen in het geheugen worden gewist.
LET OP! Een verkeerde instelling kan leiden tot schade aan personen, die-
ren of voorwerpen.
- Haal de spanning van de kaart (Fig.U ref.1)
- Open de ingang Stop en druk tegelijkertijd op de toetsen + en OK (Fig.U ref.2)
- Voorzie de kaart van spanning (Fig.U ref.3)
- Het display toont RST, bevestig binnen 3s met een druk op de toets OK (Fig.U
ref.4)
- Wacht tot de procedure wordt afgesloten (Fig.U ref.5)
- Procedure beëindigd (Fig.U ref.6)
Definitie
Na het verlopen van de ingestelde tijd, in geval van bezetting van de
fotocellen, wordt het contact ALARM gesloten (Par. WERKINGSWIJZE
ALARMUITGANG)
Regelt het percentage van gedeeltelijke opening vergeleken met
de totale opening in de werkingswijze "Gedeeltelijke opening"
Opening in centimeters in de werkingswijze "Opening apotheek"
Voor het instellen van de versnelling van de deur bij het starten
(1=min., 10=max.). Met de functie autoset wordt deze parameter
automatisch ingesteld. De eventuele wijziging van deze parame-
ter wordt uitgevoerd door een complete instellingsmanoeuvre
(geïdentificeerd door een continu geluidssignaal van de zoemer en
door de tekst SET op het display), tijdens welke de obstakelherken-
ning niet actief is.
Voor het instellen van de vertraging van de deur bij de tussenstops
(niet bij eindaanslag). (1=min., 10=max.). Met de functie autoset
wordt deze parameter automatisch ingesteld. De eventuele wijzi-
ging van deze parameter wordt uitgevoerd door een complete
instellingsmanoeuvre (geïdentificeerd door een continu geluidssi-
gnaal van de zoemer en door de tekst SET op het display), tijdens
welke de obstakelherkenning niet actief .
Voor het instellen van de ruimte voor nadering bij de aanslag ope-
ning. Dit traject wordt bij lage snelheid uitgevoerd.
Voor het instellen van de ruimte voor nadering bij de aanslag slui-
ting. Dit traject wordt bij lage snelheid uitgevoerd.
Voor het instellen van de ruimte die de deur nodig heeft om van
hoge snelheid naar lage snelheid over te gaan tijdens een opening.
Met de functie autoset wordt deze parameter automatisch inge-
steld. De eventuele wijziging van deze parameter wordt uitgevo-
erd door een complete instellingsmanoeuvre (geïdentificeerd door
een continu geluidssignaal van de zoemer en door de tekst SET
op het display), tijdens welke de obstakelherkenning niet actief is.
Voor het instellen van de ruimte die de deur nodig heeft om van
hoge snelheid naar lage snelheid over te gaan tijdens een sluiting.
Met de functie autoset wordt deze parameter automatisch inge-
steld. De eventuele wijziging van deze parameter wordt uitgevo-
erd door een complete instellingsmanoeuvre (geïdentificeerd door
een continu geluidssignaal van de zoemer en door de tekst SET
op het display) tijdens welke de obstakelherkenning niet actief is.
Voor het instellen van de snelheid die de deur standaard moet
bereiken bij opening, in percentage van de maximaal haalbare
snelheid door de actuator.
Met de functie autoset wordt deze parameter automatisch inge-
steld. De eventuele wijziging van deze parameter wordt uitgevo-
erd door een complete instellingsmanoeuvre (geïdentificeerd door
een continu geluidssignaal van de zoemer en door de tekst SET
op het display), tijdens welke de obstakelherkenning niet actief is.
Voor het instellen van de snelheid die de deur standaard moet
bereiken bij sluiting, in percentage van de maximaal haalbare
snelheid door de actuator. Met de functie autoset wordt deze pa-
rameter automatisch ingesteld. De eventuele wijziging van deze
parameter wordt uitgevoerd door een complete instellingsma-
noeuvre (geïdentificeerd door een continu geluidssignaal van de
zoemer en door de tekst SET op het display), tijdens welke de ob-
stakelherkenning niet actief is.
Voor het instellen van de gevoeligheid voor het obstakel tijdens de
opening (1=max., 99=min.)
Voor het instellen van de gevoeligheid voor het obstakel tijdens
de sluiting (1=max., 99=min.) Met de functie autoset wordt deze
parameter automatisch ingesteld op een waarde van 10%. De ge-
bruiker kan deze parameter wijzigen op grond van de gevoeligheid
die nodig is voor het obstakel.
Beschrijving