Instelling van de helling
Controleer of de Combi-reiniger de juiste helling
heeft. In principe wordt aanbevolen de Combi-reini-
ger zodanig in te stellen dat hij van de aanvoerkant
naar de afvoerkant ca. 5° afhelt.
De helling mag nooit minder dan 4,5° zijn en ge-
woonlijk is een sterkere helling dan 7° niet nodig.
De helling heeft invloed op de doorstroomsnelheid
en laagdikte op de zeven en daardoor ook op het
reinigend vermogen..
In het algemeen kan het volgende
gezegd worden over de betekenis van
de helling
Binnenzeef
De grove verontreinigingen worden door de binnen-
zeef uitgesorteerd.
Bij stijgende helling is het gemakkelijker de grove
verontreinigingen uit te sorteren, omdat die sneller
over de zeef en naar de afvoer aan het eind van de
zeeftrommel lopen.
De grove verontreinigingen krijgen daardoor minder
tijd om gekeerd of gekneusd te worden, zodat ze
door de zeef kunnen passeren.
Het graan krijgt echter eveneens minder tijd om
door de zeef te passeren, vóór het ook bij de afvoer
aan het eind van de zeeftrommel gekomen is en
daar gemengd wordt met de verontreinigingen.
Buitenzeef
De fijne verontreinigingen worden uitgesorteerd
op de buitenzeef. De buitenzeef wordt bovendien
gebruikt om de kleine korrels uit te sorteren bij het
sorteren van brouwgerst.
Bij sterkere helling passeert het graan sneller over
de buitenzeef. Dat geeft grotere capaciteit maar
een slechtere afscheiding van de fijne verontrei-
nigingen, omdat ze minder tijd krijgen om door de
buitenzeef te passeren.
Capaciteit
Het reinigend vermogen is in het algemeen afhan-
kelijk van de capaciteit, omdat minder belasting van
de zeven meer gelegenheid biedt om de fijne
verontreinigingen uit te sorteren. Stel daarom de
toevoer van materiaal naar de Combi-reiniger zoda-
nig in, dat het gewenste resultaat wordt bereikt.
Voer niet meer graan in de machine dan er door
de binnenzeef kan passeren. Als de machine
overvuld wordt, zal een deel van het graan aan de
andere kant van de zeeftrommel terecht komen en
gemengd worden met de uitgesorteerde verontrei-
nigingen van de binnentrommel. Het beste reini-
gingsresultaat wordt verkregen met droog graan.
Verhoogd vochtgehalte vermindert het rendement
van de Combi-reiniger.
Instelling van de luchtreiniger
1. Sluit eerst klep (A) helemaal.
2. Stel de geleideplaten zodanig in met hendel (B),
dat het graan aan beide kanten van de lucht-
reiniger even hoog ligt. Dat kan gecontroleerd
worden door de inspectieraampjes in de zijkan-
ten.
71