Verontreiniging gescheiden door zeven en as-
pirator en afgescheiden in de afvoer onder de
machine
Monteer de afschermplaat in de uitgang (B) en (C)
van de vijzel.
Verontreinigingen door zeef en aspirator wor-
den gescheiden
Verwijder de afdekplaat van de outlet (B) van de
vijzel. Indien gewenst kan een klep gemonteerd
worden in plaats van de afdekplaat.
Grote stukjes verontreiniging van de zeef kunnen
ook gescheiden worden afgevoerd.
Grote stukjes verontreiniging gescheiden
afvoeren door de binnenste zeef.
Verwijder de afdekplaat van de Outlet (C) van de
vijzel. Indien gewenst kan een klep gemonteerd
worden in plaats van de afdekplaat.
Capaciteit:
De maximale capaciteit van de Combi-reiniger voor het
voorreinigen van graan is ca. 40 ton/uur (ongereinigd
graan).
De capaciteit is in het algemeen afhankelijk van de eisen
die gesteld worden aan het reinigend vermogen, daar
minder belasting van de zeven betere mogelijkheden
geeft voor het uitzeven van verontreinigingen.
Algemeen advies betreffende de capaciteit en
keuze van de zeef
De binnenste zeef scheidt de grotere verontreinigin-
gen van het gewas.
De doorstroming van het gewas zal langs de bin-
nenste zeef gaan. Het selecteren van een zeef met
kleinere gaatjes vergeleken met de kernel afmetin-
ge zal de meest efficiente reiniging hebben alleen
reduceert deze wel de capaciteit.
Het selecteren van een zeef met grotere gaatjes
vergeleken met de kernel afmeting zal de meest
grotere capaciteit hebben echter zal de reiniging
minder efficiënt zijn.
Als er teveel gewas ingevoerd wordt in de
KDC4000 dan zal naast het verontreiniging ook
goede kernels meegevoerd worden.
Om de max. capaciteit te bereiken is het noodza-
kelijk om de juiste zeef te selecteren met de juiste
diameter gaatjes om de kernel met de juiste snel-
heid te laten passeren. De buitenste zeef zal kleine
verontreinigen en kleine stukjes kernel scheiden.
Bij voor-reiniging is er geen limit aan capaciteit in
relatie tot de juiste zeef keuze. Voor het scheiden
van kernels in de buitenste zeef kan ongeveer 10-
20% van de capaciteit gehanteerd worden voor
voor-afscheiding.
Helling:
De Combi-reiniger moet zodanig worden opgesteld dat hij
5° helt van aanvoer- naar afvoerkant.
Bij een helling van ca. 4,5° is de binnenzeef horizontaal.
De helling mag daarom nooit minder zijn dan 4,5°, omdat
de binnenzeef horizontaal moet zijn ofwel naar de afvoer
kant moet afhellen.
5°
De Combi-reiniger mag normaal nooit meer afhellen dan
7°. De buisaansluitingen aan de Combi-reiniger moeten
daarom zodanig worden uitgevoerd dat het mogelijk is de
helling bij te stellen tussen 5° en 12°.
Monteer b.v. een flexibele stalen slang op de aanvoer en
de afvoer van de blazer (Bestelnr. 122 050 156).
Gebruik de graadmeter aan de zijkant van de Combi-rei-
niger als de helling moet worden ingesteld.
Stel de pijl op het gewenste aantal graden. Licht daarna
de aanvoerkant van de Combi-reiniger op met de dom-
mekracht, totdat de waterpas laat zien dat de rode pijl
horizontaal is.
Stel de lengte van de poten van de Combi-reiniger in
zodat ze op de grond rusten en laat de dommekracht
zakken. De Combi-reiniger mag onder het werk niet op
de dommekracht rusten.
Verstel de lengte van de poten om op de vloer te
rusten en verlaag de aansluiting.
Zorg ervoor dat de machine op alle 4 de poten rust.
De machine mag niet op de aansluiting rusten als
hij in bedrijf is.
Als de machine is uitgerust met een kantel uitrus-
ting,(accessoire) gebruik dan de krukas welke zich
op de outlet uiteinde bevindt om de machine om-
hoog te bewegen totdat de waterpas aangeeft dat
hij horizontaal staat.
67