Werkingsprincipe:
De graanstroom in de Combi-reiniger is zodanig dat het
ongereinigde graan eerst in de conisch gevormde bin-
nenzeef wordt geleid. In de binnenzeef is de grootte van
de gaten zodanig, dat het graan erdoor gaat en de grove
verontreinigingen worden tegengehouden.
Als het graan door de binnenzeef is gepasseerd, valt
het op de uitwendige, cilindrisch gevormde zeef. In de
buitenzeef is de grootte van de gaten zodanig, dat het
graan wordt tegengehouden en de fijne verontreinigingen
erdoor gaan. De trommel met binnenzeef en buitenzeef
roteert met ca. 22 toeren/min.
De Combi-reiniger wordt hellend opgesteld, de aanvoer-
kant hoger dan de afvoerkant, waarbij het graan zich over
de zeven beweegt als de trommel roteert. Gewoonlijk
moet de helling van de machine ca. 5% zijn.
1 Aanvoer
2 Binnenzeef
3 Buitenzeef
4 Vijzel
5 Afvoer van zeef
6 Blazer
7 Injector
8 Schoepensysteem
9 Luchteiniger
10 Afvoer voor gereingd produkt
11 Luchtregelaar
12 Binnenzeef uitlaat
13
Uitlaat van kleine
korrels bv. bij zeven
van brouwgerst
Graan
Grove veron-
treinigingen
Na het reinigen door de zeef wordt het graan door een
luchtreiniger geleid, waar lichte verontreinigingen en stof
weggezogen worden.
Het afval van beide zeven wordt in een goot verzameld
onderin de machine.
In de bodem van de goot zit een transportvijzel, die het
afval naar de voorkant van de machine vervoert, waar
het afval naar keus naar een aparte afvoer kan worden
geleid of in de leiding van de blazer van de luchtreiniger
gebracht en samen met de lichte verontreinigingen wor-
den afgevoerd.
Grote verontreinigingen welke door het binnenzeef wor-
den gescheiden kunnen ook afzonderlijk worden afge-
voerd.
Fijne veron-
treinigingen
Lichte veron-
treinigingen
65