Bluetooth modus
[
] Willekeurige functie in-/uitschakelen.
[
] Schakel de herhaalfunctie voor titel, hoofd-
stuk of gebied A-B aan/uit.
[
] Equalizer weergeven.
[
] Extra bedieningsmogelijkheden verbergen.
Beeldweergave van dvd/cd, usb of
microSDHC:
Selecteer de gewenste bron via het hoofdmenu.
Het apparaat schakelt over naar de gewenste bron
en het afspelen begint.
Als de weergave niet begint met de beeldweergave,
druk op de [
] toets om naar de mappen-/be-
standslijst te gaan.
Druk op de [
] toets om alle beelden op de ge-
gevensdrager weer te geven.
Opmerking:
Mappen en beelden worden geselecteerd en gestart
zoals beschreven onder audioweergave.
Bluetooth modus
Met de Bluetooth®-functie kunt u mobiele telefoons en
apparaten voor het afspelen van media met de autoradio
registreren.
Wanneer u een mobiele telefoon bij de autoradio reg-
istreert, kunt u telefoneren met de ingebouwde hands-
free-functie. U hebt toegang tot de lijsten met gekozen
nummers en het telefoonboek van de geregistreerde
mobiele telefoon.
Als het aangesloten Bluetooth® -apparaat de functies
A2DP en AVRCP ondersteunt, kunt u de muziek via de
128
autoradio afspelen en de weergave regelen. Tijdens een
gesprek wordt de muziekweergave onderbroken en na
het gesprek voortgezet.
Als een mobiele telefoon is geregistreerd via Bluetooth®
en een oproep wordt ontvangen tijdens het afspelen van
een andere bron, wordt de bronweergave onderbroken
en wordt het oproepmenu weergegeven.
Bluetooth modus starten
Druk in het hoofdmenu op [ Bluetooth ].
Het Bluetooth®-menu wordt weergegeven. Het
bevat de lijst met bekende Bluetooth®-apparaten.
Andere audiobronnen worden uitgeschakeld.
[
] zoek nieuw Bluetooth® apparaat.
[
] Toon het optiemenu.
Druk op de [
] toets van het Bluetooth®-apparaat
waarmee u een verbinding wilt maken.
Wanneer het apparaat binnen bereik is, wordt de
verbinding tot stand gebracht en wordt het menu
voor het apparaat weergegeven.
Druk op de [
] toets als u het Bluetooth®-apparaat
uit de lijst wilt verwijderen.
Bluetoothapparaten registreren
Als u een apparaat voor het eerst bij de autoradio wilt
registreren, gaat u als volgt te werk:
Zorg ervoor dat Bluetooth® geactiveerd is op de au-
toradio en op uw Bluetooth®-apparaat.
Voer in het optiemenu van de Bluetooth®-modus een
koppelingscode in (zie Bluetooth®-instellingen).
Zoek naar nieuwe apparaten/verbindingen op uw
Bluetooth®-apparaat.
De autoradio verschijnt als"BLAUPUNKT" in de lijst
met Bluetooth®-apparaten.
Breng de verbinding tot stand, eventueel moet u de
koppelingscode invoeren die eerder op de autoradio
werd ingevoerd.
De verbinding wordt tot stand gebracht en het menu
voor het geregistreerde apparaat wordt weerge-
geven.