9. WERKING
De volgorde van opstarten en werking kent de
volgende stappen:
1) Vulcyclus van 1 minuut
Het toestel start altijd met een vulcyclus van een
minuut. Als het toestel wordt aangezet, wordt de
waterklep geactiveerd en begint de vulperiode. Na 1
minuut controleert het paneel of de vlotterschakelaar
is gesloten. Als de vlotterschakelaar is gesloten,
begint de oogstcyclus. Zoniet, dan wacht het toestel
totdat er voldoende water in de vergaarbak zit. Als
er niet voldoende water in de vergaarbak zit, treedt
het toestel dus niet in werking. De waterklep blijft
geactiveerd met extra vulcycli van 1 minuut totdat
er voldoende water in de vergaarbak zit en de
vlotterschakelaar sluit.
2) 1e productiecyclus
De compressor en de klep voor hete gassen werken,
de waterklep blijft open en de productie begint. Het
controlepaneel bewaakt de opwarming van de verdamper
via de thermistor op de aanzuigleiding. Wanneer
de thermistor 9 °C bereikt, leest het controlepaneel
3,9 kΩ op de thermistor en schakelt het over van
temperatuurregeling naar timerregeling (S4 DIP-schakelaar
1 en 2 en S5 DIP-schakelaar 4). De fabrieksinstellingen
van het controlepaneel zijn ingesteld op normale
omstandigheden. Deze afstelling kan de timer voor
ontdooien wijzigen van 1 tot 3 minuten.
3) Pomptijd productie (productie-ondersteuning)
50 seconden voor het beëindigen van de productie, wordt
de waterklep afgesloten en draait de waterpomp nog door
voor 50 seconden productie.
4) Bevriezingscyclus
Wanneer de timerregeling de productiecyclus beëindigt,
schakelt de pomp voor hete gassen en water uit, en de
cyclus voor ijsproductie start op. De eerste 5 minuten
accepteert het controlepaneel geen signalen van de
vlotterschakelaar. Deze vriesperiode van 5 minuten dient
als beveiliging tegen korte cycli. Na 5 minuten neemt
de vlotterschakelaar de controle over. Naarmate het
ijs in de verdamper opbouwt, daalt het waterpeil in het
reservoir. Zodra de thermistor 2,2 °C (5,8 kΩ) bereikt,
wordt de waterpomp 10 seconden uitgeschakeld (anti-
smeltwater), en treedt vervolgens in werking voor de rest
van de bevriezingscyclus. De bevriezingscyclus gaat verder
totdat de vlotterschakelaar opengaat en de ijsproductie
zo voltooid wordt.
5) Leegpompen
Wanneer de vlotterschakelaar opengaat, stopt het
controlepaneel de bevriezingscyclus en start het met
leegpompen. De compressor blijft in werking, de klep
voor hete gassen en de waterafvoerklep gaan open en
de timer voor het leegpompen start. De waterpomp stopt
ongeveer 2 seconden en start vervolgens voor ongeveer
10 tot 20 seconden opnieuw op. Wanneer de timer voor
het leegpompen stopt met tellen, is het leegpompproces
voltooid. Op het controlepaneel kan het leegpompen
ingesteld worden na elke cyclus of na iedere 10e cyclus
(S4 DIP-schakelaar 5).
6) Normale productiecyclus
Gelijk aan de 1e productiecyclus.
Keer terug naar stap 2) hierboven.
Opmerking: het apparaat blijft de cyclus herhalen totdat
de controle van de ijsemmer voldoet of totdat de netstroom
wordt uitgeschakeld. Het apparaat start altijd opnieuw op
met de vulcyclus van 1 minuut.
10. EINDCONTROLE
1) Staat de ijsmachine waterpas?
2) Staat de ijsmachine op een plaats waar de
omgevingstemperatuur het hele jaar door tussen
de 7°C en de 40°C blijft?
3) Is er minimaal 15 cm vrije ruimte rond de
ijsmachine voor onderhoud en reparatie?
4) Is de ijsmachine ontdaan van alle tape, verpakking
en karton: zitten de geleiders voor de ijsblokjes op
de juiste plaats?
5) Zijn alle kabels en leidingen op de juiste manier
aangesloten?
6) Klopt de spanning van de netvoeding met de
gegevens op het naamplaatje?
7) Zijn de afsluitklep en de afvoerklep aangebracht
op de waterleiding? Is de druk van de waterleiding
gecontroleerd op een minimum van 0,7 bar en een
maximum van 8 bar?
N.B.: De ijsmachine kan stoppen met draaien als
de waterleiding is afgesloten, of als de druk
minder is dan 0,7 bar. De ijsmachine gaat
weer draaien zodra de vereiste waterdruk is
bereikt.
8) Zijn de ankerbouten en koelmiddellijnen
gecontroleerd op trilling en mogelijke defecten?
9) Is gecontroleerd of de controleschakelaar van de
bak goed werkt?
10) Heeft de eindgebruiker de instructiehandleiding
ontvangen en is hij geïnstrueerd in het gebruik van
de ijsmachine en het belang van het aanbevolen
periodieke onderhoud?
11) Heeft de eindgebruiker de contactgegevens van een
geautoriseerde servicevertegenwoordiger ontvangen?
39