8.3
Apparaat demonteren en opslaan
- Met schakelaar (8) uitschakelen. Stekker uit het
stopcontact trekken.
- Drukleiding openen (waterkraan resp. spuitkop
opendraaien), water geheel laten uitstromen.
- Pomp (7) en ketel (10) geheel laten leeglopen,
hiervoor:
- de wateraftapschroef (1) uitdraaien.
- zuig- en drukleidingen van het apparaat demon-
teren.
- apparaat in een vorstvrije ruimte (min. 5 °C)
opslaan.
f
9. Problemen en storingen
Gevaar!
- Alvorens u met werkzaamheden aan het appa-
raat begint:
- Stekker uit het stopcontact trekken.
- Controleren of het apparaat en de aangesloten
accessoires drukloos zijn.
9.1
Pomp loopt niet
• Er is geen netspanning.
- Aan-/uitschakelaar, snoer, stekker, stopcon-
tact en zekering controleren.
• De netspanning is te laag.
- Gebruik een verlengsnoer met voldoende
grote aderdiameter.
• Motor oververhit, motorbeveiliging geactiveerd.
- Na het afkoelen wordt het apparaat automa-
tisch opnieuw ingeschakeld.
- Voor voldoende ventilatie zorgen, lucht-
spleten vrijhouden.
- Maximale aanvoertemperatuur in acht
nemen.
• Motor bromt, start niet.
- Bij uitgeschakelde motor een schroeven-
draaier of iets vergelijkbaars door de ventila-
tiesleuf van de motor steken en het ventilator-
wiel draaien.
• Pomp verstopt of defect.
- Pomp demonteren en reinigen. Diffusor
reinigen, eventueel vernieuwen. Loopwiel
reinigen, eventueel vernieuwen. Zie hoofd-
stuk 11.
9.2
Pomp zuigt niet goed of loopt zeer luid:
• Watertekort.
- Controleer of de watervoorraad voldoende
groot is.
• Pomp niet voldoende met water gevuld.
- Zie hoofdstuk 6.7.
• Zuigleiding doorlatend.
- Zuigleiding afdichten, schroefverbindingen
aantrekken.
• Zuighoogte te groot.
- Maximale zuighoogte in acht nemen.
- Terugslagventiel plaatsen, zuigleiding met
water vullen.
• Aanzuigfilter (toebehoren) verstopt.
- Reinigen, eventueel vernieuwen.
• Terugslagventiel (toebehoren) geblokkeerd.
- Reinigen, eventueel vernieuwen.
• Water komt vrij tussen motor en pomp, glijringaf-
dichting ondicht. (Een minimale uitstroom van
water (max. ca. 30 druppels per dag) is bij glij-
ringafdichtingen afhankelijk van het gebruik).
- Glijringafdichtingen vernieuwen. Zie hoofd-
stuk 11.
• Pomp verstopt of defect.
- Zie hoofdstuk 9.1.
9.3
Druk te laag of pomp blijft lopen:
• Zuigleiding doorlatend of zuighoogte te groot.
- Zie hoofdstuk 9.2.
• Pomp verstopt of defect.
- Zie hoofdstuk 9.1.
• HWW...: Drukschakelaar anders ingesteld.
- In- en uitschakeldruk van de manometer (3)
aflezen en de waarde controleren (zie hoofd-
stuk 13. Technische gegevens). Neem in
geval van een noodzakelijke aanpassing
contact op met de Metabo-klantenservice. Zie
hoofdstuk 11.
• HWW...: Pomp slaat al na geringe wateronttrek-
king (ca. 0,5 l) aan.
- Controleren of de voorvuldruk in de ketel te
laag is. Eventueel verhogen. Zie hoofdstuk
9.4.
• HWW...: Er loopt water uit het luchtventiel.
- Rubberbalg in de ketel permeabel;
vernieuwen. Zie hoofdstuk 11.
9.4
Voorvuldruk verhogen (alleen HWW...)
Wanneer de pomp op den duur al na een geringe
wateronttrekking (ca. 0,5 l) aanslaat, moet de voor-
vuldruk in de ketel opnieuw worden opgebouwd.
Tip: De voorvuldruk kan niet van de manometer (3)
worden afgelezen.
1. Stekker uit het stopcontact trekken.
2. Drukleiding openen (waterkraan resp. spuitkop
opendraaien), water geheel laten uitstromen.
3. Kunststof kap aan de voorzijde van de ketel
afschroeven; daarachter bevindt zich het lucht-
ventiel.
4. Luchtpomp of compressorslang met een
„bandenventiel"-aansluiting en drukmeter op
het luchtventiel plaatsen.
5. Oppompen tot de voorziene voorvuldruk (zie
hoofdstuk 13. Technische gegevens).
6. Apparaat weer aansluiten en werking contro-
leren.
f
10. Toebehoren
Gebruik uitsluitend originele Metabo toebehoren.
Gebruik alleen toebehoren die voldoen aan de in
deze gebruiksaanwijzing genoemde eisen en
kenmerken.
Compleet toebehorenprogramma, zie
www.metabo.com of de catalogus.
11. Reparatie
Gevaar! Reparaties aan dit apparaat mogen
uitsluitend door een erkende vakman worden
uitgevoerd!
Neem voor gereedschap van Metabo dat gerepa-
reerd dient te worden contact op met uw Metabo-
vertegenwoordiging. Zie voor adressen
www.metabo.com.
Voor het verzenden: Pomp en ketel geheel leeg-
maken (zie hoofdstuk 8.3).
Onderdeellijsten kunt u downloaden via
www.metabo.com.
12. Milieubescherming
Neem de nationale voorschriften in acht voor een
milieuvriendelijke verwijdering en voor de recy-
cling van afgedankte machines, verpakkingen en
toebehoren.
Alleen voor EU-landen: Geef uw elektrisch
gereedschap nooit met het huisvuil mee!
Volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG
inzake gebruikte elektrische en elektronische
apparaten en de omzetting hiervan in de nationale
wetgeving dienen oude elektrische apparaten
gescheiden te worden ingezameld en op milieu-
vriendelijke wijze te worden afgevoerd.
13. Technische gegevens
Toelichting bij de gegevens van pagina 3.
Wijzigingen en technische verbeteringen voorbe-
houden.
De pompkarakteristiek (schema, pagina 3) geeft
het slagvolume aan dat afhankelijk van de opvoer-
hoogte kan worden bereikt (zuighoogte 0,5 m en
1"-zuigslang).
U
= netspanning
f
= frequentie
P
= nominaal vermogen
1
I
= nominale stroom
C
= bedrijfscondensor
n
= nominaal toerental
F
= max. slagvolume
V,max
F
= max. opvoerhoogte
h,max
F
= max. persdruk
p,max
p
= drukschakelaar: inschakeldruk
1
p
= drukschakelaar: uitschakeldruk
2
S
= max. zuighoogte
h,max
S
= max. aanvoertemperatuur
temp
T
= omgevingstemperatuur
temp
S
= spuitbeveiligingsklasse
1
S
= beveiligingsklasse
2
S
= isolatiemateriaalklasse
3
M
= materiaal van de pompbehuizing
P
G = grijs gietijzer
M
= materiaal van de pomp-as
R
M
= materiaal van het pomploopwiel
W
D
= zuigaansluiting-binnendraad
s
D
= drukaansluiting-binnendraad
p
T
= ketel-volume
V
T
= max. keteldruk
p,max
T
= ketel-voorvuldruk
p,1
A
= afmetingen:
lengte x breedte x hoogte
m
= gewicht (met netsnoer)
~
wisselstroom
De vermelde technische gegevens zijn
tolerantiewaarden (overeenkomstig de
toepasselijke norm).
Emissiewaarden
Deze waarden maken een beoordeling van
de emissie van het elektrisch gereedschap en een
vergelijking van de verschillende elektrische
gereedschappen mogelijk. Afhankelijk van het
gebruik, de toestand van het elektrisch gereed-
schap of het inzetgereedschap kan de daadwerke-
lijke belasting hoger of lager uitvallen. Houd bij de
beoordeling rekening met pauzes en fases met
een lagere belasting. Bepaal op basis van de over-
eenkomstig aangepaste taxatiewaarden de maat-
regelen ter bescherming van de gebruiker, bijv.
organisatorische maatregelen.
Karakteristiek A-gekwalificeerd geluidsniveau:
L
= geluidsdrukniveau
pA
L
= geluidsvermogensniveau
WA
K
, K
= onzekerheid
pA
WA
L
= gegarandeerd geluidsvermogensniveau
WA(G)
conform 2000/14/EG
Draag gehoorbescherming!
NEDERLANDS nl
15