Aansluitend schuift u de geleiding zoals afgebeeld op de parallelaanslag in de beide vierkante moeren. Het uiteinde van de geleiding
mag maximaal tot het uiteinde van het cirkelzaagblad worden ingeschoven (afb. 17.3). Draai beide schroeven vast. Maak beide
excenterhefbomen los, stel de gewenste zaagbreedte in. Let er absoluut op dat de parallelaanslag parallel met het cirkelzaagblad is
uitgelijnd. Druk aansluitend beide excenterhefbomen naar beneden. Zet nu de handcirkelzaag met de veiligheidsschakelaar aan. Schuif
op de afgebeelde wijze het werkstuk in de richting van de pijl naar het cirkelzaagblad (afb. 17.4) totdat het werkstuk volledig is
doorgezaagd. Zet de handcirkelzaag daarna met de veiligheidsschakelaar weer uit. Bij smalle werkstukken moet absoluut de
meegeleverde schuifstok worden gebruikt (afb. 17.5). Indien nodig kan de parallelaanslag ook links van het cirkelzaagblad worden
gemonteerd. Hiervoor moet de geleiding met een aantal gaten worden verplaatst (afb. 17.6). De benodigde montagestappen vindt u in
de afbeeldingen 17.1 t/m 17.3.
Verticale versteksneden
Bij verticale versteksneden moet de handcirkelzaag opnieuw worden uitgelijnd. Verwijder eerst de tussenvoering (afb. 18.1).
Til aansluitend de machineplaat op aan de greep (afb. 18.2). Verwijder nu de machineplaat (afb. 18.3). Trek de pendelbeschermkap van
de handcirkelzaag terug en plaats de tussenvoering weer tegen de aanslag (afb. 18.4). Leg de gemonteerde machineplaat zoals
afgebeeld op de tafel (afb. 18.5). Maak de vier werkstukhouders en de vier zijaanslagen los. Stel de gewenste verstekhoek op de
handcirkelzaag in. Verschuif de grondplaat parallel aan de twee resterende stopaanslagen in de richting van de pijl (afb. 18.6). Let er
absoluut op dat het zaagblad vrij loopt in de tussenvoering. Zet aansluitend de vier zijaanslagen en de vier werkstukhouders goed vast
(afb. 18.7). Plaats nu de machineplaat samen met de handcirkelzaag op de tafel en verwijder de tussenvoering. Zet nu de machineplaat
op de voorste klemhouder. Plaats deze vervolgens met één hand op de greep op het tafelblad. Klik de machineplaat vast en plaats
vervolgens de tussenvoering weer (afb. 14.6 t/m 14.9). De tafel is nu klaar voor verticale versteksneden (afb. 18.8). Indien nodig kan de
beschermkap met de verstelschroef naar de zijkant toe worden versteld zodat het zaagblad vrij en met voldoende afstand onder de
beschermkap kan lopen (afb. 18.9).
ZAGEN MET DE GELEIDERAIL
De eerste montage van de handcirkelzaag (afb. 14.1 tot 14.8) werd precies passend voor het werken met de geleiderail uitgevoerd.
Leg de machineplaat nu met gemonteerde handcirkelzaag op de tafel en vervang het splijtinzetstuk voor stationair zagen door het
splijtinzetstuk voor het zagen met geleiderail (afb.19.1). Leg et werkstuk op het werkblad. Gebruik zover mogelijk altijd de hoekaanslag
voor de geleiderail (zie paragraaf hoeksneden). Monteer daarna de geleiderail met de beide houders en de twee klemmen (afb. 19.2)
Draai de twee klemmen altijd zo vast dat het werkstuk bij het zagen niet kan verschuiven. Zet de machineplaat met gemonteerde
handcirkelzaag op de geleider van de geleiderail. Stel nu de snedediepte van de handcirkelzaag zo in, dat het cirkelzaagblad maximaal
4 mm onder het werkstuk uitsteekt.
ATTENTIE! Bij het zagen van smalle werkstukken moet de geleiderail met even hoge werkstukken op de gehele tafelbreedte
ondersteund worden, zodat de geleiderail met de machineplaat niet kiepen kan.
ATTENTIE! De apparatenstekker van de handcirkelzaag moet in een netcontactdoos worden gestoken. De veiligheidsschakelaar en de
schakelklem mogen niet gebruikt worden voor het zagen met de geleiderail.
Zet de handcirkelzaag aan en geleid deze altijd parallel aan de geleiderail (afb. 19.3). Als de snede klaar is de handcirkelzaag uitzetten.
Hoeksneden: Steek hiervoor de kunststofhouder van de hoekaanslag in een boorgat in het werkblad. Gebruik hiervoor altijd het
eerstvolgende boorgat naar de snijrand van de geleiderail Schuif de losjes gemonteerde aanslaggeleider in de gleuf van het werkblad
door tot aan de hoekaanslag. Klem nu de gleuf van de aanslaggeleider in het profiel van de hoekaanslag. Lijn het werkstuk samen met
de hoekaanslag uit op de geleiderail. Draai vervolgens de kartelschroef van de aanslaggeleider stevig vast (afb. 19.4).
Seriesneden: Bij seriesneden de extra aanslagruiter monteren. Voer de aanslagruiter in de gleuf van de hoekaanslag in en draai
de metalen aanslag tot op het werkblad. Leg het werkstuk in de gewenste lengte tegen de hoekaanslag aan. Schuif vervolgens
de aanslagruiter tot tegen het einde van het werkstuk aan en draai de kartelschroef vast (afb.19.5).
ZAGEN MET DE DECOUPEERZAAG
Plaats de tussenvoering voor decoupeerzagen in de machineplaat (afb. 20.1). Lijn de decoupeerzaag op de machineplaat zo uit dat
het zaagblad midden in de zaagopening valt. Monteer nu de decoupeerzaag op de afgebeelde wijze (afb. 20.2 en 20.3).
Plaats de gemonteerde decoupeerzaag met de machineplaat in de tafel en klik deze vast in de vier houders. Steek de inschakelklem
in de schakelaar van de decoupeerzaag en sluit de stekker op de veiligheidsschakelaar aan. De tafel is nu klaar voor decoupeerzagen
(afb. 20.4).
L
84