Oorspronkelijke taal: Duits
Voor uw bescherming
• Lees de gebruiksaanwijzing helemaal
door vóór de inbedrijfstelling, en neem
de veiligheidsvoorschriften in acht.
• Bewaar de gebruiksaanwijzing op een plaats
die voor iedereen toegankelijk is.
• Let erop dat alleen geschoold personeel met
het apparaat werkt.
• Neem de veiligheidsvoorschriften, richtlijnen,
en voorschriften inzake de veiligheid op de ar-
beidsplek en inzake ongevallenpreventie in acht.
• Draag de persoonlijke beschermingen die nodig
zijn volgens de gevarenklasse van het medium
dat verwerkt wordt. Verder bestaat er gevaar
door:
- wegspattende vloeistoffen
- weggeslingerde delen
- vastraken van lichaamsdelen, haar, kleding-
stukken en sieraden.
• Door een hogere energie-inbreng kunnen
ongecontroleerde reacties optreden. Bij een
dergelijk verhoogd bedrijfsgevaar moet de
gebruiker geschikte aanvullende veiligheids-
maatregelen treffen (bijv. bescherming tegen
GEVAAR!
splinters). Onafhankelijk daarvan beveelt IKA
gebruikers die kritieke resp. gevaarlijke materi-
alen verwerken, aan om de proefopbouw ver-
der te beveiligen door geschikte maatregelen.
Dit kan bijv. door explosie- en brandremmende
maatregelen of ook door bovengeschikte be-
wakingsinrichtingen worden bewerkstelligd.
• Het apparaat moet voor de inbedrijfstelling
door een vakman bedraad worden, anders be-
staat het gevaar voor een elektrische schok!
• Let op de op afbeelding 3 aangegeven gevaar-
lijke plaatsen!
• Gebruik een afscherming voor de roeras en een
veiligheidsuitschakeling voor de in hoogte ver-
stelbare statieven!
• Vanwege het hoge draaimoment van de IKA
RW 47 D is bijzondere zorgvuldigheid vereist bij
AANWIJZING!
de keuze van het statief en de draaivergrende-
ling voor de roerhouder.
• Als de noodstopknop van het dispergeerapparaat
tijdens het bedrijf niet bereikbaar is, moet er een
aanvullende, goed te bereiken noodstopscha-
kelaar in het werkgebied geïnstalleerd worden.
• Voor de inbedrijfstelling moet beslist worden
gelet op de draairichting van de motor (test-
Veiligheidsinstructies
bedrijf zonder roerwerktuig: draairichting van
de motor overeenkomstig de pijl op de motor,
d.w.z. draairichting met de klok mee als u van
bovenaf op de motor kijkt). Door de onjuiste
draairichting kunnen het roerwerktuig en de
spanklauw losraken.
• Als het apparaat met een 5-polige stekker op
verschillende plaatsen wordt gebruikt, moet de
draairichting voor de inbedrijfstelling worden
gecontroleerd zonder dat er een roerwerktuig
gemonteerd is.
• Het apparaat is niet bedoeld voor handbediening.
• Stel het statief vrij op, op een vlakke, stabiele,
schone, glijvaste, droge en vuurvaste ondergrond.
• Controleer telkens voor het gebruik of het ap-
paraat en de accessoires niet beschadigd zijn.
Gebruik geen beschadigde onderdelen.
• Zet het roervat goed vast. Let op een goede
stabiliteit.
• Zet het roervat zo vast dat het niet kan verdraaien.
• Gebruik het toestel nooit met vrij draaiend ro-
ertoestel.
• Let erop dat het roertoestel stevig in de span-
klauw wordt geklemd!
®
• De roerwerktuigen mogen slechts zo diep in de
holle as worden gestoken dat slepen aan de
bovenkant van de behuizing uitgesloten is.
• Let op het toegestane toerental van het gebru-
ikte roerwerktuig. Stel in geen geval hogere to-
erentallen in.
• Stel voor de ingebruikname van het apparaat
het laagste toerental in, aangezien het apparaat
met het als laatste ingestelde toerental begint
te draaien. Verhoog het toerental langzaam.
• Let er bij het instellen van het toerental op dat
er geen onbalans ontstaat in het roertoestel en
dat de te roeren vloeistof niet opspat.
• Verlaag het toerental als
- het medium door een te hoog toerental uit
®
de houder spat
- het apparaat onrustig werkt
- het apparaat door dynamische krachten be-
gint te "lopen".
• Het omschakelen in een andere tandwiel-
transmissietrap mag alleen bij uitgeschakeld
apparaat plaatsvinden (motorstilstand). Anders
worden de tandwielen van de tandwiel-trans-
missietrap beschadigd.
NL
29