Instellingen aanpassen
Instel-itemtoets
1
Voorkeurinstellingen maken
De cursief aangegeven instellingen zijn de oorspronkelijke instellingen van een nieuw gekocht apparaat.
Optionele
Functie
instellingen
MIDI
USER SETUP
FADER START
LCD
VERSION No.
SYSTEM
CLUB SETUP
MIC
TOUCH PANEL
FACTORY RESET
1 Verandert de MIDI-instellingen van de toetsen op het bedieningspaneel, [FREQUENCY MIX] en [SIDECHAIN REMIX].
2 Verandert de MIDI-instellingen voor [TYPE A] tot [TYPE D] in het MIDI-bedieningsscherm.
Omtrent de automatische ruststandfunctie
Wanneer [AUTO STANDBY] staat ingesteld op [ON], wordt de ruststandfunctie automatisch ingeschakeld als er meer dan 4 uur verstrijken en aan al de onderstaande
voorwaarden is voldaan.
— Als geen van de bedieningsknoppen of regelaars wordt bediend.
— Als er geen geluidssignalen van –10 dB of meer binnenkomen via de ingangsaansluitingen van dit apparaat.
— Als er geen PRO DJ LINK-aansluitingen worden gemaakt.
! De ruststand wordt geannuleerd wanneer u op [LIVE SAMPLER (UTILITY, WAKE UP)] drukt.
24
Nl
1
Keuze-item 1
Keuze-item 2
BUTTON ACTION
1
ZONE1
MIDI CHANNEL
BUTTON ACTION
MIDI CHANNEL
2
ZONE2
RESET
CH1 tot CH4
LINK
CONTROL
CH2, CH3
BACK LIGHT
1, 2, 3, 4, 5
—
—
DIGITAL OUT MAX
–19 dB, –15 dB, –10 dB,
LEVEL
–5 dB
DIGITAL SAMPLING
48 kHz, 96 kHz
RATE
AUTO STANDBY
ON, OFF
OUTPUT TO BOOTH
ON, OFF
MONITOR
TALK OVER THRES-
–25 dB, –20 dB, –15 dB,
HOLD LEVEL
–10 dB
–25 dB, –20 dB, –15 dB,
TALK OVER LEVEL
–10 dB
—
—
YES, NO
—
1
Houd [LIVE SAMPLER (UTILITY, WAKE UP)] tenminste 1
seconde lang ingedrukt.
Het [USER SETUP] scherm verschijnt.
Het [LIVE SAMPLER (UTILITY, WAKE UP)]-indicator knippert.
! Om het [CLUB SETUP]-schem te tonen, schakelt u dit apparaat eerst uit en
dan drukt u de [POWER]-toets weer in terwijl u [LIVE SAMPLER (UTILITY,
WAKE UP)] ingedrukt houdt.
2
Druk op de instel-itemtoets.
De te kiezen onderdelen verschijnen.
3
Kies het instel-item.
Kies het item in het aanraakpaneel en voer het in.
4
Verander de instelling van het onderdeel.
Kies het item in het aanraakpaneel en voer het in.
! Druk op [SAVE] om de gemaakte wijzigingen vast te leggen in het
[CLUB SETUP]-scherm.
5
Druk op [EXIT].
Het [USER SETUP] scherm verdwijnt.
! Om het [CLUB SETUP]-scherm te sluiten, drukt u op [POWER] om dit apparaat
uit te schakelen.
Keuze-item 3
Beschrijving
TOGGLE
Kies de MIDI-signaalverzendmethode, [TOGGLE] of [TRIGGER].
TRIGGER
1, 2, tot 16
Voor instellen van het MIDI-kanaal.
TOGGLE
Kies de MIDI-signaalverzendmethode, [TOGGLE] of [TRIGGER].
TRIGGER
1, 2, tot 16
Voor instellen van het MIDI-kanaal.
Stelt de [TYPE A] – [TYPE D] MIDI-instellingen terug op hun oor-
—
spronkelijke waarden. De [RESET]-functie werkt uitsluitend voor
[ZONE2].
Schakelt de fader-startfunctie aan en uit voor de DJ-spelers die zijn
ON, OFF
verbonden met de [LINK]-aansluitingen.
Schakelt de fader-startfunctie aan en uit voor de DJ-spelers die zijn
ON, OFF
verbonden met de [CONTROL]-aansluitingen.
—
Regelt de helderheid van het aanraakpaneel.
—
Toont de software-versie van de DJM-2000.
Regelt de maximale geluidssterkte van de weergave via de [DIGITAL
—
OUT]-aansluiting.
—
Voor omschakelen van de digitale signaalbemonsteringswaarde.
—
Activeert en deactiveert de automatische ruststandfunctie.
Bepaalt of er wel of geen microfoongeluiden worden uitgestuurd via
—
de [BOOTH]-aansluitingen.
Regelt de overstemgevoeligheid. De overstemfunctie wordt inge-
—
schakeld wanneer er een geluid dat luider is dan een ingesteld
volume binnenkomt via de microfoon.
Bepaalt de mate waarin andere geluiden dan het microfoongeluid
—
worden verzwakt bij inschakelen van de overstemfunctie.
De ijking van het aanraakpaneel is regelbaar door [+] in volgorde in
—
te drukken.
—
Alle instellingen in de beginstand terugzetten.