6. Een camera gebruiken
Functienaam
Waarschuwingsgeluid
Volume stem eigenaar
Gevoeligheid camerami-
crofoon
Itemnaam: Andere instellingen
Functienaam
Indicatielamp
Geschiedenis detectie ca-
mera
Instellingen initialiseren
28
Type geluid: <Geluid a>, Geluid b, Geluid c
Volume: <Hard>, Normaal, Zacht
R Wanneer u de hoofdmonitor of de submonitor gebruikt tijdens monitoring of andere hande-
lingen, kunt u een waarschuwingsgeluid uit de camera laten komen. Selecteer het type en
het volume van het geluid.
Hard, <Normaal>, Zacht
R Hiermee selecteert u het volume van het geluid van de camera tijdens communicatie met
bezoekers (spreken of roepen).
<Hoog>, Normaal, Laag
R Selecteer [Normaal] of [Laag] wanneer te veel geluid wordt geregistreerd.
<Altijd>, Tijdens het zenden, Uit
R Hiermee selecteert u hoe het indicatielampje gaat branden.
–
Wanneer [Tijdens het zenden] is geselecteerd, gaat het lampje alleen branden wanneer
de hoofdmonitor of de submonitor wordt gebruikt om te spreken of voor monitoring met
de camera.
R Hiermee geeft u de detectiegeschiedenis van de sensor weer. (De laatste 24 vermeldingen
worden weergegeven.)
Ja, Nee
R Hiermee zet u de camera terug op de standaardinstellingen.
–
Ook als de instellingen van de camera worden geïnitialiseerd blijft de camera geregi-
streerd bij de hoofdmonitor. (De registratiegegevens worden niet verwijderd.)
Instelling en andere informatie
Instelling en andere informatie