Jotul FS 84 - 370 Manuel D'installation Et D'utilisation page 59

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 31
13. Installatie door middel van een achteruitlaat:
• Gebruik de rookuitlaat die voor de bovenuitlaat is geïnstalleerd.
Bevestig de kachelpijp volgens de instructies, van de rookuitlaat
naar de schoorsteen, door het gat in kap 1 (onderdeel 9). Zie 4.2.
• Het toprooster plaatsen (onderdeel 13). NB: Het pijltje in het
midden van het rooster moet naar voren wijzen. Zie fig. 11.
NB: Het is zeer belangrijk dat de installatie stabiel staat! Bij
twijfel over de stabiliteit moet de ombouw met een kabel o.i.d.
aan de wand worden vastgezet.
4.6 Plafondhoog model
Het plafondhoog model bestaat uit de volgende
onderdelen, zie fig. 5D:
Onderdeel 1.
Bodemplaat
Onderdeel 2.
Hoekaansluiting
Onderdeel 3.
Basis
Onderdeel 4.
Afstelkit
Onderdeel 5.
Achterdeel
Onderdeel 6.
Zijframe, links
Onderdeel 7.
Zijframe, rechts
Onderdeel 8.
Draadstang met volgringen en moeren
Onderdeel 9.
Kap 1
Onderdeel 10.
Afdichtplug (alleen voor bovenuitlaat)
Onderdeel 14.
Vloerplaat (optionele extra)
Onderdeel 15.
Ventilatie-element 1
Onderdeel 16.
Ventilatie-element 2
Onderdeel 17.
Splitelement (2 delen)
Onderdeel 18.
Heteluchtbarrière
Onderdeel 19.
Isolatie, 10 cm
Onderdeel 20.
Asrand
1. De bodemplaat (onderdeel 1) moet op zijn plek worden
geplaatst. Controleer met een waterpas of deze waterpas is en
stel, indien nodig, met lijm of mortel af. Het is zeer belangrijk
dat de bodemplaat stevig en waterpas ligt.
2. De basis (onderdeel 3) dient in de sleuven van de bodemplaat
te worden aangebracht. Controleer of deze waterpas is.
3. Lijm de asrand (onderdeel 3) aan de rand van basis onder de
verbrandingskamer.
4. Plaats de verbrandingskamer. Als er een externe
luchtaansluiting (optionele extra, cat. nr. 51012164) wordt
gebruikt, moet deze nu worden bevestigd. Plaats de
verbrandingskamer in de vier groeven in de basis (onderdeel 3).
Zie fig. 6. Let erop dat de flexibele slang voor verbrandingslucht
niet beklemd raakt. Leid de slang naar buiten via het gat in de
achterkant van de basis (onderdeel 3). Aanbevolen installatie
van de flexibele slang: Zie fig. 10 A, B en C. Verwijder de
houtblokken voorzichtig zodat de verbrandingskamer niet
kantelt. Het goedkeuringsetiket, dat aan een draad vastzit,
wordt onder de verbrandingskamer gevoerd en verder omlaag
in de basis.
5. Stel de verbrandingskamer af, zodat deze gelijk loopt met de
voorkant van de basis. Zie fig. 6. Zet de verbrandingskamer
verticaal waterpas en stel deze met behulp van de lange
moeren in de afstelkit (onderdeel 4). NB: Het is zeer belangrijk
dat de verbrandingskamer waterpas verticaal staat!
6. Plaats het achterdeel (onderdeel 5) . Op het achterdeel zitten
twee uitstulpingen, fig. 7A die in de sleuven van de basis
passen, fig. 7B. Stel de verbrandingskamer af, zodat deze in
het gat past aan de binnenkant van de achterplaat. Zie fig. 8.
7. Plaats de zijframes (onderdeel 6 en 7). NB: De zijframes
moeten gelijk lopen met de basis (onderdeel 3) en met
acryllijm worden bevestigd.
8. Duw de draadstang (deel 8) door de opening in de basis en
vergrendel deze aan de onderkant met een moer en ring.
Leid de hoekaansluiting (onderdeel 2) vervolgens (onderdeel
2) naar de draadstang (onderdeel 8) en haak deze vast aan
het element. Vergrendel met een moer. NB: Haal de moer
voorzichtig aan! Zie fig. 9 A + B.
9. Plaats kap 1 (onderdeel 9) in de sleuven. NB: Bij montage aan de
bovenkant dient u de afdichtplug (onderdeel 10) met acryllijm
vast te lijmen op zijn plek.
10. Plaats de ventilatie-elementen 1 en 2 (onderdeel 15 en 16).
Deze elementen dienen juist te worden geplaatst, zodat de
lucht naar voren blaast. Het kleine deel moet naar achteren
zijn gericht.
11. Installatie met een bovenuitlaat/stalen schoorsteen:
Het product wordt door de fabriek geleverd met een
rookuitlaat als bovenuitlaat.
• Een bochtpijp van 50 mm (optionele extra).
• Zorg ervoor dat de bodemplaat juist gepositioneerd is tussen
de bochtpijp en de rookuitlaat.
• Breng de heteluchtbarrière aan (onderdeel 18). Bij montage
aan de bovenkant, verwijdert u het gestanste deel voor de
kachelpijp (startpijp).
• Monteer een niet-geïsoleerde pijp van de bochtpijp tot
ongeveer 10 mm over de heteluchtbarrière (onderdeel 18).
Leid de kachelpijp door de heteluchtbarrière (onderdeel 18)
en plaats deze vervolgens in de bochtpijp.
• Bevestig de stalen schoorsteen vervolgens volgens de
bedieningsinstructies van de schoorsteenleverancier. Zie
fig. 2.
12. Installatie door middel van een achteruitlaat:
• Gebruik de rookuitlaat die voor de bovenuitlaat is geïnstalleerd.
Bevestig de kachelpijp volgens de instructies, van de rookuitlaat
naar de schoorsteen, door het gat in kap 1 (onderdeel 9). Zie
4.2.
• Breng de heteluchtbarrière aan (onderdeel 18). Bij montage
aan de bovenkant, verwijdert u het gestanste deel voor de
kachelpijp (startpijp).
13. Breng de isolatie aan (onderdeel 19). Bij montage aan
de bovenkant, maakt u gaten voor de kachelpijp/stalen
schoorsteenbus.
14. Pas het splitelement aan (onderdeel 17).
NB:Er moet een ruimte van ten minste 20 mm tot het plafond
zijn. Zie fig. 12.
15. Til de delen op hun plek en lijm ze vast met acryllijm.
NB: Het is zeer belangrijk dat de installatie stabiel staat! Bij
twijfel over de stabiliteit moet de ombouw met een kabel o.i.d.
aan de wand worden vastgezet.
NEdERlaNds
59

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières