glijmiddel tijdens het trainen met de bekkenbodem trainings-
hulp - fase II wordt aanbevolen als de vagina droog is.
3. Breng de trainingshulp langzaam, volledig en ongeveer
even ver in als u normaal een tampon zou inbrengen. De
beide halvemaanvormige steunvlakken moeten tijdens het
inbrengen links en rechts zijn. Op deze manier rusten ze
direct op de bekkenbodemspieren.
4. Probeer in het begin hoe lang u zich comfortabel voelt tijdens
het dragen en verleng de draagtijd naar gelang uw welzijn
5. Voer de training dagelijks uit zodat uw bekkenbodemspieren
actief blijven.
6. Veiligheidsinformatie
Was uw ELANEE bekkenbodem trainingshulp – fase II gron-
dig voor het eerste gebruik en na elk gebruik en zorg ervoor
dat er schone omstandigheden zijn (bijv. handen wassen).
In geval van ontstekingen in het genitale gebied, dient u
de bekkenbodem trainingshulp – fase II niet te gebruiken.
Voor andere aandoeningen (zoals gedaalde bekkenor-
ganen) moet u voordat u met de training begint een arts
raadplegen, zodat een andere oorzaak dan een zwakke
bekkenbodem kan worden uitgesloten.
Controleer de trainingshulp vóór elk gebruik. Gebruik al-
leen een goed functionerende trainingshulp. Een trainings-
hulp met een gekrast of anderszins beschadigd oppervlak
kan letsel veroorzaken.
28