Hoofdborstel; Gebruik Van De Machine; De Machine Starten En Stoppen - Nilfisk SR 1601 Instructions D'utilisation

NEDERLANDS
Programmeer het reinigen van tevoren:
11. Bepaal de reinigingsbaan. Zorg dat u op lange en rechte trajecten zo weinig mogelijk hoeft te stoppen en weg te rijden.
12. Zorg dat u altijd enkele centimeter van de geveegde banen overlapt, zodat u het volledige oppervlak veegt.
13. Vermijd scherpe bochten, stoot niet tegen de stijlen aan en zorg dat de zijkanten van de machine nergens tegenaan wrijven.
Het waterreservoir voor de installatie voor stofbestrijding DustGuard™ vullen (optioneel)
14. Verwijder de dop (29) om bij de vulmond te komen.
15. Vul de tank (4) met schoon water. Vul de tank niet volledig. Laat enkele centimeters leeg staan.

HOOFDBORSTEL

Voor deze machine zijn diverse typen hoofdborstel verkrijgbaar. Als u wilt weten welk type borstel geschikt is voor de oppervlakken
en het soort vuil dat moet worden verwijderd, neem dan contact op met uw Nilfisk-leverancier.
OPMERKING
Raadpleeg voor de montage het hoofdstuk over onderhoud van de hoofdborstel.

GEBRUIK VAN DE MACHINE

De SR 1601 is een automatische veegmachine voor vloeren, van het type 'met bediener'. De bedieningen zijn ontworpen voor
maximaal gebruiksgemak. Als er reinigingswerkzaamheden worden uitgevoerd met een enkele doorgang, hoeft u de hoofdborstel
alleen maar laten zakken.

DE MACHINE STARTEN EN STOPPEN

Starten van de machine
OPMERKING
De bestuurdersstoel (32) is uitgerust met een veiligheidssensor waardoor de machine alleen kan bewegen als er iemand
op de bestuurdersstoel zit.
1. Steek terwijl u op de bestuurdersstoel (32) zit de contactsleutel (57) in de contactschakelaar; draai de sleutel in stand 'I' zonder
het gaspedaal (37) in te trappen en wacht totdat de lampjes voor de acculading (51) gaan branden.
Als alleen het rode lampje voor de acculading (51) gaat branden, zet u de contactsleutel in stand 'O', verwijdert u de sleutel en
laadt u de accu's op (zie de procedure in het hoofdstuk Onderhoud).
2. Draai de contactsleutel (57) rechtsom in startstand 'II' en laat de sleutel los zodra de hoofdmotor start.
3. Schakel de parkeerrem uit.
4. Druk met uw voet op het voorste deel van het gaspedaal (37) en laat de machine 2 tot 3 minuten met een laag toerental
draaien om het hydraulische systeem op te warmen.
5. Ga naar de werkplek en start de machine met uw handen op het stuurwiel (34).
6. Druk continu met uw voet op het voorste deel van het gaspedaal (37) om de machine vooruit te laten rijden of op het achterste
deel om de machine achteruit te laten rijden.
De bewegingssnelheid is instelbaar van nul tot de maximale waarde via de druk op het pedaal.
LET OP!
Verander tijdens het sturen niet plotseling van richting, let altijd goed op en stuur altijd bij lage snelheden,
vooral als de afvalcontainer vol is of als de machine op een helling staat.
Laat de machine langzaam rijden op hellende oppervlakken. Als u omlaag rijdt op hellende oppervlakken, houd
de rijsnelheid dan onder controle met het rempedaal (35).
Stuur niet op hellende oppervlakken; blijf in een rechte lijn rijden, zowel omhoog als omlaag.
De machine stoppen
7. Laat het pedaal (37) los om de machine te stoppen.
Als u de machine snel tot stilstand wilt brengen, drukt u ook het rempedaal (36) in.
8. Als u alle functies van de machine in een noodgeval meteen wilt stoppen, drukt u op de noodknop (21).
LET OP!
De noodstopknop (21) stopt de machine niet, als deze in beweging wordt gezet, gebruik dan het rempedaal (36)
om de machine te stoppen.
9. Om de accustekker (40) te resetten, open de kap van de accuhouder (1) met de ontgrendelingsknop (25) openen en sluit de
accustekker (40) aan.
10. Schakel de machine uit door de contactsleutel (57) op 'O' te zetten en daarna te verwijderen.
11. Schakel de parkeerrem in.
16
GEBRUIKSAANWIJZING
SR 1601 - 33019318
herzien 08/2018
01/2009