C. De motor gromt, maar start niet : Kijken of de condensator niet doorgeslagen is.
D. De pomp zuigt niet aan:
1. Controleren of het lichaam van de voorfilter wel degelijk met water gevuld is, of de dichting van het deksel net is en goed
aangebracht werd, en of er nergens lucht kan binnendringen. Indien nodig, de bevestigingsschroeven van het deksel
aanspannen.
2. Controleren of alle aanzuigen afvoerkleppen open en niet verstopt zijn, en of alle aanzuigmonden van het zwembad
volledig onder het waterpeil liggen.
3. Controleren of de pomp zuigt door de aanzuiging zo dicht mogelijk bij de pomp los te maken.
a) indien de pomp niet aanzuigt, niettegenstaande voldoende vullen met aanzuigwater:
1. De schroeven en leidingtoebehoren aan de aanzuigkant aanspannen.
2. De spanning controleren, om zekere te zijn dat de pomp tegen de goede snelheid draait.
3. De pomp openen en controleren of er binnen niets verstopt.
4. De mechanische sluiter vervangen.
b) Indien de pomp normaal zuigt, de aanzuigleiding en de voorfilters controleren, die zouden kunnen verstopt zijn of
lucht kunnen laten binnendringen.
E) Debietdaling. Algemeen controleren:
1. of er in de aanzuigleidingen of in de voorfilter geen verstopping of versmalling voorhanden is, en ook of de diameter van
de leidingen voldoende is.
2. of er in de retourleidingen of in de filters geen verstoppingen of versmallingen voorkomen (in dat geval zal de
afvoermanometer een zeer sterke drukstijging aangeven)
3. of er bij de aanzuiging geen lucht binnendringt (in dat geval zal het water in de afvoerleiding of via het deksel van de
voorfilter zichtbare luchtbellen bevatten).
4. of de pomp niet tegen te lage snelheid draait (spanningsverval).
F) Lawaaierige pomp. Controleren:
1. of er geen binnendringende of voorhanden lucht dof geknetter in de pomp veroorzaakt.
2. of er geen holle werveling optreedt omwille van een te kleine diameter of een versmalling van de aanzuigleiding. Een
overbemesten retourleiding kan eveneens een dergelijke werveling veroorzaken. De juiste leidingen gebruiken of indien
nodig de leidingen ontluchten.
3. of er geen door een foute montage veroorzaakte trilling optreedt
4. of er geen enkel vreemd lichaam in het pomplichaam voorhanden is
5. of de lagers van de motor niet vastgelopen zijn door een te grote speling, door roest of door langdurige oververhitting.
GEBRUIK UITSLUITEND ORIGINELE HAYWARD-WISSELSTUKKEN
Pagina 5 van 5
Power-Flo II
Rev. B