Programmeren van de radiotelegrafie
Het begin van de programmeergereedheid wordt door een kort
op- en neerrijden van de motor duidelijk gemaakt.
Druk vervolgens kort de PROG-toets van de nieuw te
programmeren zender.
De nieuwe zender is nu in de ontvanger geprogrammeerd.
Aanwijzing: De programmeermodus wordt of door een rijorder
of door het succesvol programmeren beëindigd.
1.3) Zender uit de ontvanger verwijderen
Voor dit proces moeten reeds ten minste twee zenders in de
ontvanger zijn geprogrammeerd.
Om een zender te verwijderen, druk de PROG-toets
van de zender die niet verwijderd dient te worden
3 seconden lang in (wachten tot het zendcontrolelampje
eenmaal knippert). Vervolgens bevindt zich de ontvan-
ger 1 minuut lang in verwijdergereedheid. Het begin van de
verwijdergereedheid wordt door een kort op- en neerrijden van
de motor duidelijk gemaakt.
Druk vervolgens kort de PROG-toets van de zender die
verwijderd dient te worden. De desbetreffende zender
is nu uit de ontvanger verwijderd.
Aanwijzing: De verwijdermodus wordt of door een rijorder of
door het succesvolle verwijderen beëindigd.
2.) Tussen- en verluchtingspositie programmeren
U heeft de mogelijkheid twee posities in de ontvanger te pro-
grammeren.
2.1) Instellen van de tussenpositie uit de bovenste eindpositie
Om de tussenpositie in te stellen, rijdt u het rolluik in de
bovenste eindpositie.
83
NL