Simu Autosun 2 Notice Originale page 29

4 ACTIVERING / DEACTIVERING VAN RADIO
i
Het is mogelijk de radio van de motor in stand-by stand te zetten om:
- Het ontladen van de accu te beperken gedurende de perioden waarin het zonnepaneel niet normaal kan
werken (inpakken van het rolluik, vervoer, opslag, etc.).
- Elke ongewenste beweging te voorkomen. (vervoer, opslag, etc.).
Na de installatie van het rolluik, kunt u de radio weer activeren voor het verkrijgen van een normale
werking.
4.1 In stand-by stand zetten van de radio van de motor
i
Het is pas mogelijk de stand-by stand in te schakelen nadat de eerste positie van §3 is opgeslagen en de
programmering van §5 is uitgevoerd (gedurende 10 min max, of gedurende de 10 minuten volgend op het
gelijktijdig uitschakelen/uitvallen van de stroom van de accu en het zonnepaneel).
- Druk gelijktijdig op de knoppen OP, STOP en NEER van de
zender (geprogrammeerd in §3) en houd deze meer dan
3 seconden ingedrukt. De motor draait 0,5 sec. in een richting
en vervolgens in de andere richting.
De radio van de motor staat in stand-by stand.
4.2 Uit stand-by stand halen van de radio van de motor:
i Het uit de stand-by stand halen van de motor is pas mogelijk als het zonnepaneel aan de motor is aangesloten
en verlicht is (diffuus zonlicht, zaklamp, etc.).
- Druk gelijktijdig op de knoppen OP en NEER en houd deze
10 seconden ingedrukt. De motor draait 0,5 sec. in een richting en
vervolgens in de andere richting.
De motor is weer functioneel.
5 PROGRAMMEREN VAN EEN ANDERE ZENDER (INDIVIDUEEL, GROEP OF HOOFDZENDER)
5.1- Open het geheugen van de ontvanger vanuit de
individuele afstandsbediening:
- Druk ongeveer 3 seconden op de toets PROG van
de individuele afstandsbediening. De motor draait
0,5 seconde in een richting en vervolgens in de andere
richting.
5.2 Valideer de werking door een nieuwe zender in
te leren:
- Druk ongeveer 1 seconde op de toets PROG van de
nieuwe zender. De motor draait een seconde in een
richting en vervolgens in de andere richting.
- Voor een gegroepeerde bediening met de andere zender: voer de operaties 5.1 en 5.2 uit voor iedere ontvanger
van de betreffende groep.
- Voor een algemene bediening met de andere zender: voer de operaties 5.1 en 5.2 uit voor iedere ontvanger
van de installatie.
- Om een zender uit het geheugen van een ontvanger te wissen, volg procedure 5.1 met een geprogrammeerde
zender, Volg daarna procedure 5.2 met de zender die gewist moet worden.
> 3 s
1
PROG ≥ 3 s
2
PROG < 1 s
>>
>>
10 s
>>
>>
NL
5/8