Tijdens het blazen en zuighakselen (in
open terrein en in de tuin) op huisdieren
letten, om deze niet in gevaar te
brengen.
Het apparaat na de werkzaamheden op
een vlakke, niet-brandbare ondergrond
neerzetten. Niet in de buurt van licht
ontvlambare materialen (bijv.
houtspanen, boomschors, droog gras,
brandstof) neerzetten – brandgevaar!
Het motorapparaat pro-
duceert giftige
uitlaatgassen, zodra de
motor draait. Deze gas-
sen kunnen geurloos en
onzichtbaar zijn en
onverbrande koolwater-
stoffen en benzol
bevatten. Nooit in afge-
sloten of slecht
geventileerde ruimtes
met het motorapparaat
werken – ook niet met
apparaten voorzien van
katalysator.
Bij het werken in greppels, slenken of op
plaatsen met weinig ruimte, steeds voor
voldoende luchtventilatie zorgen –
levensgevaar door vergiftiging!
Bij misselijkheid, hoofdpijn,
gezichtsstoornissen (bijv. kleiner
worden blikveld), gehoorverlies,
duizeligheid, afnemende concentratie,
de werkzaamheden direct onderbreken
– deze symptomen kunnen onder
andere worden veroorzaakt door een te
hoge uitlaatgasconcentratie – kans op
ongelukken!
Het tijdens het werk opdwarrelende stof
kan schadelijk zijn voor de gezondheid.
Bij stofontwikkeling stofmasker dragen.
BG 56, BG 56 C, BG 66, BG 66 C, BG 86, BG 86 C, SH 56, SH 56 C, SH 86, SH 86 C
Niet roken tijdens het gebruik en in de
direct omgeving van het motorapparaat
– brandgevaar! Uit het
brandstofsysteem kunnen ontvlambare
benzinedampen ontsnappen.
Als het apparaat niet volgens voorschrift
(bijv. door geweld van buitenaf, door
stoten of vallen) werd uitgeschakeld, dit
voor het opnieuw in gebruik nemen
beslist op bedrijfszekere staat
controleren – zie ook "Voor het starten".
Vooral op lekkage van het
brandstofsysteem en de goede werking
van de veiligheidsinrichtingen letten.
Een niet-bedrijfszeker apparaat in geen
geval verder gebruiken. In geval van
twijfel contact opnemen met een
geautoriseerde dealer.
Zuigmechanisme gebruiken
Zie de aanbouwrichtlijnen in het
betreffende hoofdstuk van deze
handleiding.
In de zuigstand mag het apparaat alleen
met compleet gemonteerde zuigpijp en
gemonteerde, gesloten opvangzak
worden gebruikt.
In de zuigstand het apparaat altijd met
beide handen aan de beide handgrepen
vasthouden. De draagriem van de
opvangzak over de linkerschouder
Nederlands
57