DE STAM IN KLEINE STUKKEN ZAGEN
Hieronder volgt de procedure voor het in stukken zagen
van een boomstam.
1. Houd de handgrepen met beide handen vast.
2. Ondersteun de stammen als dit nodig is.
3. Ga altijd boven de stam staan als u op een helling of
een heuvel zaagt.
SPANNING EN COMPRESSIE IN HOUT
Het hout op de grond zal over de gehele lengte afhankelijk
van het punt met de grootste ondersteuning onderworpen
zijn aan een spanning en compressie.
Als het hout aan de uiteinden ondersteund wordt bevindt
de compressie zich aan de bovenkant. De spanning bevindt
zich in dit geval aan de onderkant.
Breng, om tussen deze twee steunpunten te zagen, een
eerste verticale snede aan tot ongeveer 1/3 van de
doorsnede van de stam.
De tweede snede moet naar boven gericht zijn en moet
de eerste snede bereiken.
Als het hout slechts aan een uiteinde ondersteund wordt,
brengt u een eerste snede naar boven aan tot ongeveer 1/
3 van de doorsnede van de stam.
De tweede snede moet naar beneden gericht zijn en moet
de eerste snede bereiken.
LET OP
DE ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN DIE NIET IN
DEZE HANDLEIDING BESCHREVEN WORDEN,
MOETEN DOOR EEN ERVAREN EN
GESPECIALISEERD TECHNICUS WORDEN
UITGEVOERD.
Het hout zal het zwaard en de ketting vastklemmen
als u de effecten van de spanning en de compressie
niet goed berekend heeft en als u aan de verkeerde
zijde zaagt.
De koppeling zal doorbranden als u de motor laat
lopen terwijl de ketting in het hout vastzit.
Voer geen druk uit om de ketting te verwijderen als
u de kettingzaag niet uit de stam kunt verwijderen.
Schakel de kettingzaag uit en steek een wig in de
snede.
Forceer de machine nooit als ze vastzit en duw het
zwaard nooit verder in de snede. Een ongeslepen
1.
ketting is niet veilig en zal de snijdaccessoires
overmatig doen verslijten. De ketting is verkeerd
geslepen als de zaagsel in plaats van splinters
geproduceerd worden.
Raak de warme delen van de bekleding van de
cilinder en de uitlaat niet aan als u de kettingzaag
gebruikt heeft.
2.
GEBRUIK DE GASHENDEL NOOIT VOOR
HET ZAGEN.
9. ONDERHOUD
Volgens de nieuwe normen moet de carburatie door een
erkend servicecentrum worden afgesteld.
Het minimum toerental moet op dergelijke wijze
afgesteld zijn dat de ketting niet draait als u de motor
start.
Laat met behulp van de schroef (1) afb.1 het toerental
afnemen als de ketting draait.
NEDERLANDS
N.B.
LET OP
CARBURATOR
N.B.
NL
111