– Schakel de machine uit en wacht tot het zaag-
blad geheel tot stilstand is gekomen.
– Draai het zaagaggregaat weer omhoog.
8.4
Zaagsnedes met trekbeweging
– Stel de machine naar wens in.
– Span het werkstuk vast.
– Trek het zaagaggregaat langs de trekstangen
naar voren.
– Schakel de machine in.
– Leid het zaagaggregaat aan de handgreep (1.1)
langzaam naar beneden.
– Druk het zaagaggregaat met een gelijkmatige
voorwaartse beweging naar achteren en zaag
het werkstuk.
– Schakel de machine uit.
– Wacht tot het zaagblad geheel tot stilstand is
gekomen en draai pas dan het zaagaggregaat
naar boven.
8.5
Hoektransporteur (alleen KS 120 EB)
Met de hoektransporteur kunt u een willekeurige
hoek (bijv. tussen twee wanden) opnemen en op
de afkortzaag de hoekdeellijn instellen. (als ac-
cessoire lever-baar)
Binnenhoek
– Open de klemming (18.2).
– Leg de hoektransporteur met de beide benen
(18.1) tegen de binnenhoek aan.
– Sluit de klemming (18.2).
– Leg de hoektransporteur met één been tegen
een aanslagliniaal van de afkortzaag aan.
– Om de hoekdeellijn (horizontale verstekhoek)
in te stellen, draait u het zaagaggregaat tot de
laserstraal samenvalt met de lijn (19.1) van de
hoektransporteur.
Buitenhoek
– Open de klemming (18.3).
– Schuif de aluminiumprofi elen (18.4) van beide
benen naar voren.
– Leg de hoektransporteur met de beide benen
(18.4) tegen de buitenhoek aan.
– Sluit de klemming (18.3).
– Schuif de aluminiumprofi elen van beide benen
weer terug.
– Leg de hoektransporteur met één been tegen
een aanslagliniaal van de afkortzaag aan.
– Om de hoekdeellijn (horizontale verstekhoek)
in te stellen, draait u het zaagaggregaat tot de
laserstraal samenvalt met de lijn (19.1) van de
hoektransporteur.
9
Onderhoud en verzorging
Haal vóór alle werkzaamheden aan de
machine altijd de stekker uit het stop-
contact!
Alle onderhouds- en reparatiewerk-
zaamheden, waarvoor het vereist is de
motorbehuizing te openen, mogen alleen
door een geautoriseerde onderhouds-
werkplaats worden uitgevoerd.
Beschadigde beveiligingen en onderde-
len moeten op deskundige wijze door
een erkende servicewerkplaats worden
gerepareerd of vervangen, indien in de
gebruiksaanwijzing niets anders staat
aangegeven.
Ter bescherming van de luchtcirculatie dienen de
koelluchtopeningen in de motorbehuizing steeds
vrij en schoon te worden gehouden.
Het toestel is met zelf uitschakelbare speciale
kolen uitgerust. Zijn die versleten, dan volgt een
automatische stroomonderbreking en het toestel
komt tot stilstand.
• Reinig regelmatig het tafelinlegstuk [20.1] en het
afzuigkanaal bij de spaanvanger (zie Afbeelding
10) om houtsplinters, stofafzettingen en werk-
stukresten te verwijderen.
9. 1
Laser instellen (alleen KS 120 EB)
Wanneer de laserstralen niet met de zaagsnede
overeenkomen, kunt u beide lasers bijstellen.
Gebruik daarvoor een inbusschroevendraaier
(SW 2,5).
- Doorboor met de inbusschroevendraaier op de
gemarkeerde plekken (3.2 tot 3.7) de sticker om
bij de instelschroeven daaronder te komen.
• De instelling van de laserstralen is in de fabriek
correct ingesteld. Draai alleen in de aangegeven
gevallen aan de instelschroeven.
- Ter controle van de laser legt u een proefwerk-
stuk op de machine.
- Zaag een groef in het werkstuk.
- Draai de kop van de zaag naar boven en contro-
leer de instelling.
De laserstraal is niet zichtbaar
• Controleer eerst of de laser ingeschakeld is. Is
dit niet het geval, schakel deze met de knop (2.1)
in.
Identifi ceer de niet-zichtbare laser.
- Draai aan instelschroef (3.3) voor de laser-
straal links en aan instelschroef (3.5) voor de
laserstraal rechts tot de laser op het werkstuk
verschijnt.
- Stel, zoals beschreven, eerst de (a) parallelliteit
t.o.v. de afgetekende lijn in, en vervolgens (b)
57