∙ Reinig de grillplaat en lekbakken met een borstel en afwasmid-
del (als de plaat sterk vervuild is kunt u deze eerst in een sopje
laten weken). Reinig de onderdelen niet met een staalborstel.
∙ Reinig de behuizing met een vochtige doek.
∙ Dompel het apparaat niet in water en spuit deze niet af met
een tuinslang
∙ Extreme hitte kan de kleur van de RVS onderdelen veranderen.
Aan/Uit-schakelaar
Sluit het apparaat aan op het lichtnet. Druk vervolgens op de aan/uit-schakelaar aan
de zijkant. Schakel het apparaat uit na het grillen.
Controlelampje:
Als de stekker van het apparaat in het stopcontact steekt en de thermostaat op de
gewenste temperatuur is ingesteld, brandt het controlelampje. Wanneer de gewens-
te temperatuur is bereikt, gaat het lampje uit.
Thermostaat
Het toestel heeft 2 thermostaten. De linker thermostaat wordt ingesteld op een plaat
temperatuur van 250°C. De rechter thermostaat wordt ingesteld op een plaat tem-
peratuur van De rechter thermostaat wordt ingesteld op een plaat temperatuur van
300°C. Dit komt overeen met een algehele warmte in de grillkamer van 150°C.
Met de thermostaat kan men de temperatuur van de grill aanpassen. De nummers op
de thermostaatknop betekenen het volgende:
100°C
= thermostat is ingeschakelt
150°C – 200°C
= warm houden
200°C – 225°C
= aanbraten van gevogelte/ vis
225°C – 275°C
= anbraaten van licht vlees
300°C
= anbraaten max temperatuur
Rek
Gegrilld vlees wat al klaar is of gepofte aardappels kunnen worden warm gehouden
op dit oppervlak met deksel open; deze kan ook gebruikt worden om brood te
roosteren etc. De temperatuur in deze zone is, wanneer de deksel gesloten is en de
thermostaat op maximum is ingesteld, rond de 200°C.
Thermometer
De thermometer geeft de algehele warmte aan, maar niet de temperatuur van de
platen.
49