Aansluitingen
Bij aansluiting van een achteruitkijkcamera
Bij gebruik van dit navigatiesysteem met een achteruitkijkcamera is het mogelijk om
automatisch naar de video van de achteruitkijkcamera te schakelen wanneer de ver-
snellingspook in de ACHTERUIT (R) stand wordt gezet.
Met behulp van de achteruitkijkfunctie kunt u ook controleren wat zich tijdens het rijden
achter u bevindt.
GEBRUIK DE SE INGANG ALLEEN VOOR DE ACHTERUIT- OF DE SPIEGELREFLEX-
ACHTERUITKIJKCAMERA. ANDERSSOORTIG GEBRUIK KAN LETSEL OF SCHADE TOT
GEVOLG HEBBEN.
• Het beeld op het scherm kan omgekeerd worden weergegeven.
• De achteruitkijkcamera is een hulpmiddel bij dit navigatiesysteem om eventuele aanhangwagens of
opleggers in de gaten te houden of om op een kleine plaats in te parkeren. Gebruik deze functie niet
voor amusementsdoeleinden.
• Het object dat met de achteruitkijkcamera wordt bekeken, kan dichterbij of verder weg lijken dan in
werkelijkheid het geval is.
• Houd er rekening mee dat de randen van de beelden die door de achteruitkijkcamera worden vast-
gelegd, enigszins afwijkend kunnen zijn, afhankelijk van het feit of er volledige schermbeelden
worden weergegeven tijdens het achteruitrijden, en of de beelden worden gebruikt om de achterkant
te controleren wanneer de auto vooruit rijdt.
Paars/wit
5 m
Verlengsnoer (voor achteruit-signaal)
Zekeringweerstand
Over de aansluitmethode
Zie bladzijde 11.
Gebruik uitsluitend de meegeleverde verlengsnoer.
Gebruik van een andere kabel kan tot brand, rook
en/of schade aan dit navigatiesysteem leiden.
15
RCA connector 2
Stroomsnoer
De navigatie-eenheid
15 cm
Bruin
(REAR VIEW CAMERA IN)
Opmerking:
De "Camera Input" moet op
"System Settings" worden ingesteld
wanneer de achteruitkijkcamera wordt
aangesloten. (Zie de handleiding voor
meer informatie).
RCA kabels
(afzonderlijk verkrijgbaar)
Acheruitkijkcamera
Naar video-uitgang
Opmerking:
Aansluiten op de achteruitkijkcamera. Niet
aansluiten op andere apparatuur.