HemoCue Glucose 201 RT Manuel D'utilisation page 87

Behandel bloedmonsters altijd met bijzondere zorg, omdat
deze infecties kunnen veroorzaken. Neem de geldende
milieu voorschriften in acht bij het afvoeren van afval.
Bewaren en behandelen
HemoCue Glucose 201 RT Microcuvettes
De microcuvettes moeten worden bewaard bij 0–30 °C
(32–86 °F). Niet-gebruikte HemoCue Glucose 201 RT
Microcuvettes moeten in de oorspronkelijke verpakking
worden bewaard. Zodra een verpakking geopend is, moet
de microcuvette onmiddellijk worden gebruikt of wegge-
gooid. Gebruik de microcuvetten niet na de vervaldatum
die op de verpakking vermeld staat.
HemoCue Glucose 201 RT Analyzer
De analyzer kan worden bewaard en vervoerd bij 0–50 °C
(32–122 °F). De gebruikstemperatuur is 15–27 °C (59–80 °F).
Laat de analyzer op kamertemperatuur komen (ca. 30 minu-
ten) voor gebruik. De analyzer mag niet worden gebruikt bij
een hoge luchtvochtigheid (>90 % condenserend).
Verzameling en bereiding van monsters
Men kan capillair, veneus of arterieel bloed gebruiken. De
monsterafnametechniek is essentieel voor het behalen van
optimale kwaliteit van resultaat. Zorg dat u, ongeacht het
type bloed, de afname uitvoert volgens de gebruiksaanwij-
zing. Als veneuze of arteriële monsters worden gebruikt,
mogen de antistollingsmiddelen EDTA, natriumheparine en
lithiumheparine met en zonder gel en de glycolyseremmers
natriumfluoride, natriumoxalaat en kaliumoxalaat worden
gebruikt. Glycolyse is een belangrijke zorg bij alle glucose-
metingen. Om het effect van glycolyse zo klein mogelijk
te houden, moet het bloedmonster zo snel mogelijk na de
afname gemeten worden. Bloedmonsters die zijn afgeno-
men in buizen met de aanbevolen antistollingsmiddelen,
moeten binnen 30 minuten worden gemeten. Meng alle
monsterbuizen gedurende ten minste twee minuten gron-
dig in een mechanische mixer of keer de buis 8–10 keer ver-
ticaal met de hand.
Let op! Lithiumheparine met gel kan niet worden gebruikt
na centrifugeren.
Let op! Er mogen geen plasmamonsters worden gebruikt.
Vereiste materialen
• HemoCue Glucose 201 RT Analyzer
• HemoCue Glucose 201 RT Microcuvettes
• Lancet (capillaire monsters)
• Pipet of ander overbrengingsmiddel (veneuze of arte-
riële monsters)
• Pluisvrije doek (niet-rafelend)
Kwaliteitscontrole
De HemoCue Glucose 201 RT Analyzer is uitgerust met een
ingebouwde kwaliteitscontrole, de 'zelftest'. De zelftest
controleert of het uitgangssignaal van de detector lineair is
met het invoersignaal van de LED's. Elke vijfde seconde con-
troleert deze dat de blanco waarden stabiel zijn. Hierdoor
wordt de stabiliteit van de intensiteit van de LED's gecon-
troleerd en wordt gewaarborgd dat de meetelektronica vrij
van storingen is. De analyzer geeft een foutcode E01–E07
als de meetelektronica op enigerlei wijze instabiel is. Nadat
de zelftest is doorlopen, verschijnen het HemoCue-symbool
en drie knipperende streepjes in het display. Er kan nu met
de analyzer worden gemeten. Volg de geldende richtlijnen
betreffende kwaliteitscontroleprocedures op. Wanneer een
kwaliteitscontrole wordt uitgevoerd, dient u alleen kwali-
teitscontroles te gebruiken die door HemoCue zijn aanbevo-
len. Zie relevante bijsluiter voor meer informatie.
87