Overige veiligheidsvoorschriften
voor het gebruik van slijpschijven
Terugslag en passende veiligheidsmaatregelen
Terugslag is de plotselinge reactie als gevolg van
een vastklemmende of blokkerende draaiende
slijpschijf. Het vastklemmen of blokkeren leidt tot
een abrupte stop van het draaiende opzetgereed-
schap. Daardoor schiet het elektrische gereedschap
op het blokkeerpunt weg, tegen de draairichting
van het opzetgereedschap in.
Als bijvoorbeeld een slijpschijf in het werkstuk
blijft haken of wordt belemmerd, dan kan de in het
werkstuk snijdende rand van de slijpschijf vastlo-
pen, waardoor de slijpschijf losbreekt of een terug-
slag veroorzaakt. De slijpschijf beweegt dan ofwel
naar de gebruiker ofwel weg van de gebruiker, al
naargelang de draairichting van de schijf op het
blokkeerpunt. Hierbij kan de slijpschijf ook breken.
Een terugslag is het gevolg van onjuist gebruik van
het elektrische gereedschap. Dit is te voorkomen
door passende voorzorgsmaatregelen, zoals hier-
onder beschreven.
a) Houd het elektrische gereedschap goed vast
en breng uw lichaam en armen in een positie
waarin u de terugslagkrachten kunt opvangen.
Gebruik altijd de extra handgreep, indien
aanwezig, om een zo groot mogelijke contro-
le te hebben over terugslagkrachten of reac-
tiemomenten wanneer het apparaat op volle
toeren draait. Degene die de machine bedient
kan door passende veiligheidsmaatregelen de
terugslag- en reactiekrachten beheersen.
b) Breng uw hand nooit in de buurt van roteren-
de hulpstukken. Het opzetgereedschap kan bij
een terugslag uw hand raken.
c) Vermijd de zone voor en achter de roterende
doorslijpschijf. Door de terugslag schiet het
elektrische gereedschap in de tegengestelde
richting van de draaibeweging van de slijpschijf
op het blokkeerpunt.
PTS 20-Li A1
d) Werk bijzonder voorzichtig in de buurt van
hoeken, scherpe randen enz. Voorkom dat
het hulpstuk uit het werkstuk terugslaat en
vastloopt. Het roterende opzetgereedschap
heeft de neiging vast te lopen bij hoeken,
scherpe randen of wanneer het afketst. Dit
veroorzaakt controleverlies of een terugslag.
e) Gebruik geen kettingzaagblad of gekarteld
zaagblad en ook geen gesegmenteerde dia-
mantschijf met meer dan 10 mm brede sleuven.
Dergelijke opzetgereedschappen veroorzaken
vaak een terugslag of het verlies van de controle
over het persluchtgereedschap.
f) Voorkom blokkering van de doorslijpschijf of
een te hoge aandrukkracht. Snij niet te diep.
Overbelasting van de doorslijpschijf verhoogt
de kans op scheeftrekken of blokkeren en daar-
mee het gevaar op een terugslag of een breuk
van de doorslijpschijf.
g) Als de doorslijpschijf vastloopt of als u het
werk onderbreekt, schakelt u het apparaat uit
en houdt u het rustig in het materiaal tot de
schijf tot stilstand is gekomen. Probeer nooit
de nog draaiende doorslijpschijf uit de snede
te trekken, anders kan er een terugslag
plaatsvinden. Zoek en verwijder de oorzaak
van het vastklemmen.
h) Schakel het elektrische gereedschap niet
opnieuw in zolang het zich in het werkstuk
bevindt. Laat de doorslijpschijf eerst het volle-
dige toerental bereiken, alvorens voorzichtig
verder te gaan met het snijden. Anders kan de
schijf zich vasthaken, uit het werkstuk springen
of een terugslag veroorzaken.
i) Ondersteun platen of grote werkstukken om
het risico van een terugslag door een vastge-
lopen doorslijpschijf te verminderen. Grote
werkstukken kunnen onder hun eigen gewicht
doorbuigen. Het werkstuk moet aan beide zijden
van de schijf worden ondersteund, zowel in de
buurt van de doorslijpsnede als aan de rand.
NL │ BE
│
73
■