Blindzoomnaaien; Naaien Met Schelpsteek; Naaien Met Elastieksteek - Lervia KH 4001 Mode D'emploi

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

Blindzoomnaaien

Steeksoort nr.
7 (blindzoom-steek)
10 (stretch-blindsteek)
De blindzoomsteek wordt gebruikt om de randen van naaiwerkzaamheden,
bijv. de onderkant van broekspijpen, zo netjes af te werken, dat de naad
aan de zichtzijde niet te zien is.
Gebruik de blindzoomsteek (steeksoort nr. 7) voor willekeurige, niet-
elastische stoffen en de stretch-blindsteek (nr. 10) voor elastische materialen.
Gebruik het voetje voor blindzomen
1.
Beide garens moeten dezelfde kleur als de stof hebben.
2.
Vouw de stof tot aan het gewenste verloop van de naad, zoals
afgebeeld. Sla de stof vanaf de rand terug, waarbij tussen de reeds
ingeslagen stofkant en de terugslag-vouw (breuk) een ongeveer 6 mm
(1/4") brede overlapping moet blijven.
3.
Zet de keuzeknop voor de steeksoort
4.
Naai nu exact over de terugslag-vouw.
5.
Nadat u nu de teruggeslagen stof weer heeft omgelegd, is de naad
nauwelijks te zien – typisch voor een blinde zoom.
Opmerking
De stretch-blindsteek is vooral geschikt voor elastische materialen.

Naaien met schelpsteek

Steeksoort nr.
8 (schelpsteek)
De schelpsteek kan gebruikt worden om een kantachtige, golvende, resp.
uit kleine bogen bestaande rand op een relatief lichte stof te naaien.
1.
Zet de keuzeknop voor de steeksoort
2.
Naai de stof diagonaal gericht en richt deze onder het naaivoetje
zo, dat de rechte gedeeltes van het steekbeeld op de zoomkant
worden genaaid en de zigzag-achtige gedeeltes een beetje over
de gelegde breukkant heen in de leegte.
3.
Deze steeksoort vraagt om een sterkere draadspanning van de
bovendraad dan anders gebruikelijk.
4.
Naai op een lage naaisnelheid.
Steeklengte
F-2
F-1,5
F
.
w
op nr. 7, resp. op nr. 10.
Steeklengte
F-3
w
op stand 8.

Naaien met elastieksteek

Steeksoort nr.
9 (elastieksteek)
De elastieksteek kan voor drie inzetbereiken worden gebruikt: het repare-
ren („stoppen"), het opnaaien van elastisch band (elastiek) evenals voor
een stootkantverbinding van stofdelen met elkaar. Alle drie inzetbereiken
worden navolgend nader uitgelegd.
Zet in alle gevallen de keuzeknop voor steeksoorten
Stoppen
1.
Zet de instelknop voor de steeklengte
tussen „F" en 2,5.
2.
Leg achter de scheur/winkelhaak aan de achterzijde een
stuk stof ter versterking van geschikte soort en grootte.
3.
Naai in elastieksteek over de beschadigde plek heen, waarbij
u het verloop (scheuren) volgt.
Opnaaien van elastisch band (elastiek)
1.
Leg het elastische band op de stof.
2.
Rek het band op tijdens het opnaaien door met beide handen te
trekken enerzijds naar voren en anderzijds naar achteren achter
het naaivoetje
s
.
Stoot-aan-stoot naaien van stofdelen
De elastieksteek kan gebruikt worden om stofdelen met de stootkanten aan
elkaar te verbinden en is bijzonder handig voor het naaien van geweven
en gebreide materialen. Als u kleurloos nylondraad gebruikt, is de naad
amper te zien. Afhankelijk van de eigenschappen van de stof aan de
snitkanten kunt u met open kant werken of moet u met een inslag naaien.
1.
Laat de stofkanten van de beide delen die verbonden moeten worden
aan elkaar stoten en positioneer de stootkant in het midden onder het
naaivoetje
s
.
s
2.
Naai beide delen aan elkaar met gebruik van de elastieksteek,
waarbij u er steeds op let, dat de beide stofkanten, resp. de inslag-
breuken, dicht bij elkaar blijven zonder over elkaar heen te gaan.
- 64 -
Steeklengte
F-2,5
w
op het nummer 9.
6
op een waarde

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières