Instelling van de steeklengte
Afhankelijk van welke steeksoort is ingesteld, kan het voor het beste
resultaat naairesultaat noodzakelijk zijn, om de steeklengte in
overeenstemming hiermee te moeten instellen.
•
De op de kartelrand van de steeklengte-instelknop
getallen komen steeds overeen met de betreffende steeklengte in
millimeters (mm), dus EEN HOGERE GETALLENWAARDE BETEKENT
DAT DE STEEK LANGER WORDT.
•
Bij de stand „0" van de instelknop voor de steeklengte
geen vooruitschuiven van het naaigoed plaats. Deze stand wordt
gebruikt om knopen aan te naaien.
•
Het bereik dat gemarkeerd is met „F" wordt gebruikt voor het maken
van zogeheten satijnsteken (heel nauw geplaatste zigzag-steken).
Satijn-steken kunnen worden gebruikt om knoopsgaten te omranden
of als decoratiesteken. De betreffende benodigde instelling binnen
het „F"-bereik voor ieder speciaal geval, hangt af van het materiaal
en het gebruikte naaigaren. Om telkens de juiste instelling te vinden,
dient u eerst de instelling van de steek en de steeklengte uit te proberen
door proef te naaien op een overeenkomstig restje stof, hierbij tege-
lijkertijd het gedrag bij het vooruitschuiven te observeren en totdat u de
juiste instelling met het gewenste resultaat heeft gevonden, te variëren.
q
. Steeklengte
w
. Draairichting voor het verkorten van de
steeklengte
e
. Draairichting voor het vergroten van de
steeklengte
Achteruit naaien
•
Om achteruit te naaien, drukt u de omkeerschakelaar voor de
naairichting
t
tot aan de aanslag en houdt u deze tijdens een
gelijktijdig licht activeren van het voetpedaal
•
Om weer vooruit te naaien, stopt u de druk op de omkeerschakelaar
voor de naairichting
t
, waarna de machine direct overgaat op
vooruit naaien. Achteruit naaien wordt vooral gebruikt om het
uiteinde van naden af te hechten en te versterken.
Inrijgen van het garen en de
voorbereidingen hiertoe
Spoel bezetten
1.
Klap de garenkloshouder
5
Borg deze met een garenkloshouder
2.
Leg een vilten onderlegger
lege spoel daarop.
3.
Rijg de draad door de bovenste draadgeleider
4.
Wikkel het losse uiteinde van de garendraad een paar omdraaiingen
met de wijzers van de klok mee op de lege spoel.
5.
Als de eerste omwikkelingen van het garen strak op de spoel zitten,
drukt u de spoel met de spoelas
6.
Trek het handwiel
0
rechts aan de machine licht naar buiten toe eruit
om het naaiwerk van de motor af te koppelen.
6
aangebrachte
6
vindt er
l
ingedrukt.
naar boven en zet er een klos garen op.
x
/
c
in de passende grootte.
n
op de spoelas
8
en vervolgens een
1
.
8
tegen de spoelaanslag
9
7.
Schakel nu de naaimachine in en trap op het voetpedaal
Als de spoel vol is, knipt u de draad door.
8.
Druk de spoelas
9.
Druk het handwiel
van de motor afgekoppeld.
Inzetten van de spoel
Let op
Haal de netstekker
bedoeld op gang komen.
1.
Zet de naald door aan het handwiel
tegen de wijzers van de klok in) in de hoogst mogelijke stand en
ontlast en til de voet op met de lifthevel
2.
Verkrijg toegang tot de drager van de spoeldop doordat u eerst
de verlenging van de naaitafel
verwijdert. Open de klep van de naaitafel. Haal de spoeldop eruit
door het lipje naar u toe te trekken (klappen) en daarna de gehele
dop uit de houder van de dop naar u toe van de doorn van de spoel
af te trekken.
3.
Wikkel ongeveer 10 cm (4") garen van de in te zetten bezette spoel
af en zet de spoel in de spoeldop. Houd hierbij de spoeldop vast.
Trek het afgewikkelde stuk draad tegelijkertijd naar beneden en naar
links in de sleuf van de spoeldop totdat de draad in het oog voor het
uittreden van de draad onder de veertong loopt.
.
- 60 -
8
weer naar links en haal de volle spoel eraf.
0
weer naar binnen – anders blijft het naaiwerk
k
uit het stopcontact! Het apparaat kan anders on-
0
te draaien (op zich dicht,
.
g
p
op de eerder beschreven wijze
l
.