Rechte steken
Als rechte steken gelden de volgende steeksoorten:
Steeksoort nr.
2 (met naaldpositie links)
3 (met naaldpositie in het midden)
21 (drievoudige rechte steek)
Beginnen met naaien
1.
Zet het instelwieltje van de keuzeknop voor de steeksoorten
dat het gewenste nummer in het kijkvenster
van de gewenste rechte-steek-soort moet u het wieltje dus op 2, 3 of
21 instellen.
2.
Breng de naald in de hoogst mogelijke stand en teil het naaivoetje
3.
Indien nog niet gebeurd: Haal de onderdraad omhoog, doordat u het
handwiel
0
tegen de wijzers van de klok in draait en de boven- en
onderdraad samen achter de voet trekt.
4.
Leg de stof die genaaid moet worden, resp., de lagen stof die ganaa-
id moeten worden op de naaitafel zo onder het opgetilde naaivoetje
s
, dat de naald ca. 1 cm (3/8") van de stofkant boven het begin van
de naad zoals voorgezien staat.
5.
Laat het naaivoetje
s
zakken.
6.
Om het uiteinde van de naad te borgen, drukt u de omkeerschakelaar
voor de naairichting
t
tot aan de aanslag naar binnen en activeert
u het voetpedaal
l
licht. Achteruit naaien wordt gebruikt om twee
naden te verbinden en ter versterking.
7.
Na het achteruit naaien gaat u telkens door loslaten van de omkeer-
schakelaar voor de naairichting
van het voetpedaal
l
gevolgd door opnieuw intrappen van het
voetpedaal
l
over tot vooruit naaien.
Verandering van naairichting
1.
Stop de machine op het punt waarop u van naairichting wilt
veranderen zodanig, dat de naald in de stof steekt.
2.
Til het naaivoetje
s
op en richt de stof in de nieuwe naairichting,
waarbij u de ingestoken naald als het ware als draaipunt gebruikt.
3.
Laat het naaivoetje
s
weer zakken en naai in de nieuwe richting
verder.
Naadafsluiting
Ook om aan het einde van de naad de draad te borgen door vastnaaien,
of om de naad in voorkomend geval te versterken wordt het achteruit
naaien gebruikt.
1.
Naai eerst in de vooruit-modus tot aan het einde van de naad en
stop de machine daar met het voetpedaal
2.
Druk op de omkeerschakelaar voor de naairichting
het voetpedaal
l
zacht, om ongeveer 1 cm (3/8") van de stofkant,
resp. van het naadeinde terug te naaien.
Steeklengte
1–4
vast ingesteld op 2,5
w
zo in,
q
verschijnt. Afhankelijk
s
t
bij gelijktijdige korte ontlasting
.
l
t
en activeer
Naaigoed wegnemen van de machine
1.
Breng de machine tot stilstand.
2.
Zet de naald in de hoogst mogelijke stand.
3.
Til het naaivoetje
s
linker kant eruit.
4.
Knip beide draden (boven- en onderdraad) met de hulp van de
draadaf-snijder aan de achterzijde van de voetstang af.
Opmerking
De draadafsnijder is de inkeping aan de achterzijde van de voetstang. Leg
de draad die afgesneden moet worden erin, houd deze rechts en links van
de voetstang vast en trekt deze omlaag.
5.
Trek, om de machine voor de volgende naad voor te bereiden, onge-
veer 10 cm (4") van de boven- en onderdraad door de tenen van het
naaivoetje
s
in de richting van de achterzijde van de machine eruit.
op.
Randnaden en stretch-materialen
•
Steeksoort nr. 2 (eenvoudige recht naad met naaldpositie links)
wordt gebruikt om randnaden en lichte stoffen te naaien.
•
Steeksoort nr. 21 (rechte drievoudige stretch-steek) wordt gebruikt
voor stretch-materialen.
Naaien met zigzag-strepen
Steeksoort nr.
4 (steekbreedte bij 1,5 mm (1/16"))
5 (steekbreedte bij 3,5 mm (9/64"))
6 (steekbreedte bij 5 mm (13/64"))
Zigzagsteek
Zet het instelwieltje van de keuzeknop voor steeksoorten
voor de steeksoort conform de gewenste steekbreedte van de zigzagsteek.
Zet vervolgens de instelknop voor de steeklengte
Het wordt aangeraden om telkens aan het begin en einde van een zigzag-
naad een paar rechte steken te naaien.
Satijnsteek
De satijnsteek (een nauwe zigzagsteek, dus met erg korte steeklengte)
wordt gevormd, als de steeklengte op de instelknop voor steeklengte
wordt ingesteld op het bereik „F". De satijnsteek kan worden gebruikt
voor het maken van knoopsgaten evenals voor decoratieve doeleinden.
Ook hier resulteert de steekbreedte uit de gekozen steeksoort, resp. het
nummer van de steeksoort van de zigzagsteek waar telkens vanuit wordt
gegaan. Kies daarom eerst het nummer van de steeksoort volgens de
gewenste breedte en stel dan de steeklengte op de instelknop voor
steeklengte
6
op het bereik „F".
- 63 -
op en trek het naaigoed voorzichtig naar de
Steeklengte
F-4
w
6
op de steeklengte.
op het nummer
6