Ingang Klok (N.O.). Als het aangesloten contact open is (N.O.),
gaan de vleugels dicht en worden ze voorbereid voor de normale
werking. Als het contact gesloten is (N.C.), gaan de vleugels open
51-52
en blijven ze open tot de opening van het contact. Als de door
de TIMER bestuurde openingsbeweging door de veiligheden
wordt uitgesloten, gaat de opening van het hek verder door
middel van een commando START/OPEN.
Ingangen contact fotocel-rand voor sluiting SAFE CL (N.C.).
In geval van activering tijdens de sluiting vindt er stilstand
52-55
en heropening plaats. Indien niet gebruikt, de bruggen niet
verwijderen.
53
Ingang controle fotocel (PHOT-FAULT)
Ingang controle gevoelige rand/fotocellen bij opening (BAR-
54
FAULT)
56
Ingang controle fotocellen bij sluiting (PHOT CL-FAULT).
JP7
Connector kaart radio-ontvanger.
JP8
Connector optionele kaart (SCS)
JP9
Connector kaart SSR5 Verkeerslicht / Voorverwarming.
5) AANSLUITING MET UITBREIDINGSKAARTEN EN UNIVERSELE PRO-
GRAMMEERBARE PALMTOP (Fig. A)
Raadpleeg de specifieke handleiding.
6) VEILIGHEIDSINRICHTINGEN
N.B.: alleen ontvangende veiligheidsinrichtingen gebruiken met vrij
uitwisselbaar contact.
6.1) "TRUSTED DEVICES" (FIG. D)
6.2) INRICHTINGEN ANDERS DAN "TRUSTED DEVICE" (FIG. C - D)
7) TOEGANG TOT DE MENU'S: FIG. 1
7.1) MENU PARAMETER (PARA ) (TABEL "A" PARAMETERS)
7.2)MENU LOGICA'S (LOGIC) (TABEL "B" LOGICA'S)
7.3) MENU RADIO (radio) (TABEL "C" RADIO)
-
BELANGRIJKE OPMERKING: DE EERSTE IN HET GEHEUGEN OPGESLA-
GEN ZENDER MARKEREN MET HET SLEUTELTJE (MASTER).
Bij handmatige programmering wordt door de eerste zender de SLEUTEL-
CODE VAN DE ONTVANGER toegewezen; deze code is noodzakelijk om de
daaropvolgende klonering van de radiozenders te kunnen uitvoeren.
De geïntegreerde ontvanger Clonix beschikt bovendien over enkele belan-
grijke geavanceerde functionaliteiten:
• Klonering van de master-zender (rolling-code of vaste code).
• Klonering voor vervanging van de reeds in de ontvanger opgenomen zen-
ders.
• Beheer database zenders.
• Beheer groep ontvangers.
Raadpleeg voor het gebruik van deze functionaliteiten de instructies van de
universeel programmeerbare palmtop en de Algemene gids programmering
ontvangers.
7.4) MENU TAAL (language)
Hiermee kan de taal van de programmabesturing op het display worden in-
gesteld.
7.5) MENU DEFAULT (default)
Brengt de centrale terug naar de vooraf ingestelde DEFAULT-waarden. Na het
herstel is het noodzakelijk een nieuwe AUTOSET uit te voeren.
8) OPTIONELE MODULES SCS
8.1) SERIËLE VERBINDING MET BEHULP VAN SCS1-KAART (Fig. A - E)
Het bedieningspaneel RIGEL 5 maakt de gecentraliseerde verbinding van
meerdere automatiseringssystemen mogelijk, door middel van speciale
ingangen en seriële uitgangen (SCS1). Op deze manier is het mogelijk om,
met een enkele bediening, de opening of de sluiting van alle verbonden
automatiseringssystemen uit te voeren.
Door het volgen van het schema van Fig. E, overgaan tot de verbinding van
alle bedieningspanelen RIGEL 5, waarbij u uitsluitend een aderpaar van het
telefonische type gebruikt.
Bij gebruik van een parenkabel met meerdere paren voor de telefoon, is het
absoluut noodzakelijk de draden van hetzelfde paar te gebruiken.
De telefoonkabel tussen een apparaat en het daaropvolgende mag
max. 250 m lang zijn. Op dit punt aangekomen, is het noodzakelijk ieder
bedieningspaneel RIGEL 5 op passende wijze te configureren, door in de
eerste plaats een MASTER-centrale in te stellen, die de controle heeft over
alle andere, noodzakelijkerwijs ingesteld als SLAVE (zie menu logica's).
Verder het Zonenummer (zie menu parameters) tussen 0 en 127 instellen.
Met het zonenummer kunnen automatiseringsgroepen gecreëerd worden,
44 -
RIGEL 5
INSTALLATIEHANDLEIDING
die allemaal afzonderlijk op de Zone-Master reageren. Ledere zone mag
slechts één Master hebben; de Master van zone 0 controleert ook de
Slaves van de andere zones.
8.2) INTERFACE MET WIEGAND-SYSTEMEN VIA MODULE SCS-WIE.
De instructies van de module SCS-WIE raadplegen.
9) KAART VERKEERSLICHT / VOORVERWARMING MOTOREN SSR5
De plaatsing ervan in de voorbereide connector maakt als volgt mogelijk:
- beheer van twee verkeerslichten met 2 lichten
- voorverwarming motoren voor koud klimaat
Raadpleeg de specifieke handleiding.
9.1) Voorbereiding verkeerslicht
Verkeerslicht 1 moet buiten het hek worden geplaatst en verkeerslicht 2
erbinnen.
WAARSCHUWINGEN - Signalen voorbereiden die de snelheid beperken
tot "Stapvoets".
9.2) Voorbereiding voorverwarming motoren
De sonde "S" moet aan de buitenkant worden geplaatst en bevestigd om
de externe temperatuur te meten. De sonde wordt op de desbetreffende
klemmen 7-8 van de kaart voorverwarming aangesloten.
WAARSCHUWINGEN - Knipperlicht en elektrisch slot EBP verplaatsen naar
12-13. (Fig. A Ref. 2).
WAARSCHUWINGEN - Instellen Dip Knipperlicht = ON.