1. De remmen treden in werking door beide remhendels
langzaam en voorzichtig omhoog te trekken.
2. De parkeerremmen treden in werking door de
remhendels voorzichtig omlaag te duwen.
U hoort een duidelijke klik wanneer de rem in de juiste
stand staat en de wielen zijn vergrendeld.
Zorg ervoor dat beide remmen in parkeerstand
worden gezet.
3. U kunt de parkeerrem ontgrendelen door de remhendel
omhoog te trekken.
4.12 De remwerking aanpassen
1. Als de remwerking onvoldoende is, kunt u de remkabel
bijstellen.
Geschikte gereedschappen om te gebruiken zijn
steeksleutels; 8 mm voor het aanpassen en 10 mm voor
de borgmoer (niet meegeleverd).
2. Zorg ervoor dat de borgmoeren na aanpassing weer
worden vastgedraaid.
1560692-E
4.13 De stoeprandklimhulp gebruiken
Gebruik de stoeprandklimhulp om met de rollator
eenvoudiger stoepen en dergelijke op te rijden.
LET OP!
Risico op vallen
– Let erop dat de rollator niet plotseling
wegrolt nadat u deze met behulp van de
stoeprandklimhulp over een obstakel hebt
gereden.
De stoeprandklimhulp aan de andere kant monteren.
De stoeprandklimhulp kan zowel links als rechts worden
gemonteerd.
A
Gebruik
B
105