4 LED-aanduidingen op de flitser
4.1 Aanduiding dat de flitser is opgeladen
Zodra de flitser gereed is om te flitsen licht op de flit-
ser de aanduiding van flitsparaatheid
licht op als de flitscondensator opgeladen is en geeft
✴
daarmee aan dat de flitser paraat is. Dat betekent dat
bij de eerstvolgende opname flitslicht kan worden
gebruikt. De Aanduiding van flitsparaatheid wordt
tevens naar de camera doorgegeven en zorgt in de
zoeker van de camera voor de desbetreffende aanduiding (zie 6).
Als u een opname maakt vóórdat in de zoeker van de camera de aanduiding
verschijnt dat de flitser paraat is, wordt geen flits ontstoken en kan de opname
onder bepaalde omstandigheden verkeerd worden belicht als op de camera
reeds naar de flitssynchronisatietijd is omgeschakeld (zie 11.1).
4.2 Aanduiding van de belichtingscontrole
De aanduiding van de belichtingscontrole 'o.k.'
licht gedurende ong. 3 seconden op als de opname in
de TTL- functies (TTL, Flits vooraf TTL, ADI–meting;
✴
zie 7) correct belicht werd!
Verschijnt de aanduiding van de belichtingscontrole
'o.k.'
onderbelicht en moet u het dichtstbij liggende, lagere
diafragmagetal instellen (bijv. in plaats van diafragma 11 diafragma 8 nemen) of
de afstand tot het onderwerp, c.q. het reflecterende vlak (bij indirect flitsen) ver-
kleinen en de opname over maken. Let ook op de aanduiding van de flitsreik-
wijdte in het display van de flitser (zie 5.2).
56
na de opname niet, dan werd de opname
5 Aanduidingen in het display
De camera's geven de waarden van ISO, brandpuntsafstand van het objectief
(mm) en diafragma door naar de flitser. Deze past zijn vereiste instellingen
automatisch daaraan aan. Hij berekent uit die waarden en zijn richtgetal de
op. Deze
maximale reikwijdte van het flitslicht. Flitsfunctie, reikwijdte, werkdiafragma en
de zoomstand van de hoofdreflector worden in het display van de flitser aange-
geven.
Als de flitser wordt gebruikt , zonder dat deze de betreffende gegevens van de
camera heeft ontvangen (bijv. als de camera uitgeschakeld is), worden alleen
de gekozen flitsfunctie, de zoomstand van de hoofdreflector en 'Zoom' aange-
geven. De aanduidingen voor diafragma en reikwijdte verschijnen pas als de
flitser de vereiste gegevens van de camera heeft ontvangen.
De aanduidingen voor autozoom, diafragma en brandpuntsafstand vin-
☞
den alleen plaats bij camera's die de waarden van diafragma en ISO
naar de flitser overbrengen!
Displayverlichting
Telkens als u op een toets van de flitser drukt, wordt gedurende ong. 10 sec. de
verlichting van het display van de flitser geactiveerd. Bij het ontsteken van een
flits via de camera of via de ontspanknop voor handbediening
ser, wordt de verlichting van het display uitgeschakeld.
5.1 Aanduiding van de flitsfunctie
In het display wordt ingestelde flitsfunctie
aangegeven. Daarbij zijn, afhankelijk van
het type camera verschillende voor de telkens
ondersteunde TTL-flitsfunctie (bijv.
M
manual flitsfunctie
TTL
TTL
TTL
,
HSS) en de
M
en
HSS mogelijk (zie 7).
op de flit-
TTL
13
70
m
mm
Zoom