• Schud het toestel niet dooreen. Vermijd brute kracht tijdens de installatie en de bediening van dit toestel.
• Installeer het toestel weg van extreme temperaturen (zie "Technische specificaties"), vochtigheid en stof. Zorg
voor een minimumafstand van 0.5m tussen de lichtuitgang van het toestel en het belichte oppervlak.
• Leer eerst de functies van het toestel kennen voor u het gaat gebruiken. Ongeschoolde personen mogen dit
toestel niet gebruiken. Meestal is beschadiging het gevolg van onprofessioneel gebruik.
• Gebruik de oorspronkelijke verpakking wanneer u het toestel vervoert.
• Om veiligheidsredenen mag de gebruiker geen wijzigingen aanbrengen aan het toestel.
• Gebruik het toestel enkel waarvoor het gemaakt is. Andere toepassingen kunnen leiden tot kortsluitingen,
brandwonden, elektrische schokken, enz. Bij onoordeelkundig gebruik vervalt de garantie.
4. Gebruik
a. Voorpaneel (zie fig. 1):
1. VOEDINGSSCHAKELAAR:
De GROENE LED licht op wanneer het toestel is ingeschakeld (ON).
2. ZEKERINGHOUDER:
Elk kanaal is voorzien van een zekering (T6A/250V (order code FU6.3N))
3. KEUZESCHAKELAAR KANAAL 1:
PRO: Besturing door programmablok.
LF: De lage frequentie van de muzieksignalen bestuurt de LEDs.
DIM: Regeling van de helderheid via de fader.
4. KEUZESCHAKELAAR KANAAL 2:
PRO: Besturing door programmablok.
MF: De middenfrequentie van de muzieksignalen bestuurt de LEDs.
DIM: Regeling van de helderheid via de fader.
5. KEUZESCHAKELAAR KANAAL 3:
PRO: Besturing door programmablok.
HF: De hoge frequentie van de muzieksignalen bestuurt de LEDs.
DIM: Regeling van de helderheid via de fader.
6. KEUZESCHAKELAAR KANAAL 4:
PRO: Besturing door programmablok.
REV: De LEDs lichten op wanneer er geen inkomende muzieksignalen zijn.
DIM: Regeling van de helderheid via de fader.
7. RICHTING:
Richting →: De LED loopt van kanaal 1 naar kanaal 4 wanneer de schakelaar in de PRO-stand staat.
Richting ←: De LED loopt van kanaal 4 naar kanaal 1 wanneer de schakelaar in de PRO-stand staat.
8. RUN-MODUS:
Er bestaan 2 modi, nl. "flow light" of statisch.
Wanneer de schakelaar in de PRO-stand staat en de flow-functie is in gebruik, dan dimt één lamp traag terwijl
de volgende geleidelijk aan oplicht. Is de statische functie in gebruik, dan dooft één lamp uit terwijl de
volgende oplicht.
9. CHASER:
SOUND: Het muzieksignaal bestuurt de helderheid van de verlichting in de PRO-stand.
FULL: Het muzieksignaal bestuurt de helderheid niet.
10. PUSH / FLASH:
Elk kanaal is voorzien van deze functie. Druk op deze knop om de helderheid van de lamp tot 100% te
verhogen tot u de knop loslaat.
11. MASTER-KNOP:
MAN: In manuele bediening regelt u de lichtsterkte van elk kanaal met behulp van deze knop.
FULL: Dezelfde functie als de MASTER-schuifknop in de hoogste stand.
VDLC4000
5
VELLEMAN