4. INSTRUCTIES VOOR HET EERSTE GEBRUIK
In dit hoofdstuk maakt u kennis met de basishandelingen en instellingen wanneer
u het koffiezetapparaat voor het eerst gebruikt.
AANSLUITEN OP LICHTNET
• Plaats het koffiezetapparaat op een stevige ondergrond, uit de buurt van water.
• Houd het koffiezetapparaat ver uit de buurt van warmtebronnen.
• Zorg ervoor dat de voeding in overeenstemming is met de gegevens op het
specificatielabel.
• Plaats het netsnoer zo dat er geen mensen over het netsnoer kunnen struikelen.
HET WATERRESERVOIR VULLEN
• Gebruik alleen gezuiverd water op kamertemperatuur om het waterreser-
voir te vullen, vul het reservoir nooit met andere vloeistoffen (bijv. warm
water, heet water, melk). Dit zal het koffiezetapparaat beschadigen. Om een
goede koffiesmaak te garanderen wordt aanbevolen het waterreservoir vul-
len met water van ongeveer 25 °C. Water met een lage temperatuur heeft
een negatieve invloed op de smaak.
• Ververs het water in het reservoir elke dag voor gezonde en smaakvolle koffie.
• Het water in het waterreservoir mag niet boven de MAX-markering uitkomen.
HET KOFFIEBONENRESERVOIR VULLEN
• Vul het koffiebonenreservoir nooit met speciaal behandelde koffiebonen
NL
(bijv. met cacao of suikerlaag).
• Er mogen alleen gebrande koffiebonen in het koffiebonenreservoir worden
gedaan. Vul het reservoir nooit met rijst, sojabonen, chocoladebonen,
noten, suiker of kruiden.
• Vul het koffiebonenreservoir nooit met harde voorwerpen, anders kan dit
de molen beschadigen.
• Het deksel van het koffiebonenreservoir doet dienst als afdichting. Het zorgt
voor een optimaal aroma van de koffiebonen. Verlies het deksel niet.
• Vul het koffiebonenreservoir niet met vloeistoffen.
HET MAALWIEL
• Pas de fijnheid van koffiebonenpoeder aan op basis van de koffiebonen.
• Stel het maalwiel in als de molen draait, anders zal de molen beschadigd raken.
• Als uw koffiebonen donker van kleur zijn, wordt aanbevolen de ruwe
modus in te stellen.
• Als uw koffiebonen licht van kleur zijn, wordt aanbevolen de fijne modus
in te stellen.
• Als de koffie er, tijdens het koffiezetten, erg traag of zelfs helemaal niet
uitstroomt, stel het maalwiel dan in op de ruwe modus.
• Als de koffie er erg snel uitstroomt en de kleur van het schuim op de koffie
erg licht is, stel het maalwiel dan in op de fijne modus.
• De instelling van het maalwiel is pas effectief na het zetten van twee of
meer koppen koffie.
66
Finest
Fine
Medium
Rough
Roughest