12
GEBRUIKSAANWIJZING
1. De Tulikivi-kachel in gebruik nemen
Na de installatie de Tulikivi-kachel drie dagen laten
drogen bij kamertemperatuur (ca. + 20 °C). De lucht-
schuiven van de kacheldeur en de aslade evenals de
schoorsteenklep moeten daarbij geopend zijn.
Het instoken van de kachel duurt 3 tot 4 dagen. Vul de
stookruimte voor een kwart met (ong. 1 kg) droog
hout. Steek het aan, laat het opbranden en laat de
kachel afkoelen. Vul de stookruimte de volgende dag
voor de helft met hout (ong. 2 kg) en laat na het stoken
de kachel weer afkoelen. De derde keer kunt u stoken
met een geheel gevulde stookruimte (ong. 4 kg).
Daarna is de kachel ingestookt.
2. Dagelijks stoken
Aslade
Controleer vóór het aansteken van de kachel of de asla-
de niet vol is. Pas op, verwijder alleen as als deze goed
afgekoeld is. Houtas kunt u milieuvriendelijk gebrui-
ken in de tuin.
Voldoende trek
a. Open de schuif in de schoorsteen
b. Zet de luchtschuif van de kacheldeur open en zet de
luchtschuif van de aslade op de middelste stand (op
het •• teken). Zie tabel en foto's.
c. Schakel de afzuigkap van het fornuis en de aircon-
ditioning uit.
d. Houd het rooster altijd schoon.
e. Als de kachel lang niet gebruikt is, controleer dan
eerst of de schoorsteen voldoende trekt. Leg een
luchtige prop papier op het rooster, steek hem aan
en sluit de kacheldeur. Als de vlam helder is en
recht omhoog gaat, trekt de schoorsteen voldoende.
De eventueel in de schoorsteen staande lucht kan in
beweging worden gebracht door met bijv. een
haardroger of een warmeluchtblazer warme lucht
door de schoonmaakopening te blazen.
Brandstof
Alle houtsoorten en briketten op houtbasis vormen
geschikte brandstof. Stook uitsluitend droog hout.
Droog hout heeft een vochtigheidspercentage van 15-
20 %. Het is goed om het hout al een dag voor het sto-
ken binnen te leggen.
Gebruik brandhout van de juiste afmetingen: een dia-
meter van 5 tot 10 cm en een lengte van maximaal 25
cm. In bakovens kan het hout zo lang zijn als de stook-
ruimte toelaat. Rond hout moet worden gekloofd.
Aansteken
Het is aan te bevelen om het hout voor het aansteken in
horizontale positie te leggen. Leg materiaal voor het
aanmaken op de bodem van het rooster en aan de zij-
kanten. U kunt hiervoor bijv. berkenschors, papier of
aanmaakblokjes gebruiken. Leg het eerste stuk hout zo
op het rooster dat het aanmaakmateriaal zichtbaar
blijft. Leg er nog wat houtjes bij, in de langsrichting van
het rooster (meestal ongeveer 0,5 - 1 kg). Steek het aan-
maakhout aan en sluit de kacheldeur. Wanneer het hout
goed brandt, kunt u de eerste lading brandhout plaat-
sen, maximaal 2,5 - 3 kg. Gebruik nooit vloeibaar ont-
stekingsmiddel.
Als de kamer lang koud is geweest, kan er bij het stoken
vocht op de kachelstenen neerslaan. Dit vocht
verdwijnt vanzelf wanneer de kachel warm wordt.
A
Hout bijvullen
Vul hout bij wanneer het eerste hout tot gloeiend kool
is verbrand en er alleen nog maar kleine vlammen zijn.
Sluit tijdens het bijvullen de luchtschuif van de aslade
(op stand |) en open de kacheldeur langzaam. Zo voor-
komt u dat er vliegas en rook de kamer in komt, mocht
er in de kamer onderdruk zijn.
Zet de luchtschuif van de aslade helemaal naar rechts
(op •••) nadat u hout heeft bijgevuld. Vul per keer 3 tot
4 kg hout bij (zie tabel op blz. 5). Normaal gesproken
is 1 tot 3 keer bijvullen voldoende, afhankelijk van de
grootte van de kachel. De maximale hoeveelheid hout
per stookbeurt is 0,8 kg hout per 100 kg kachelgewicht.
In een kachel van 1000 kg mag per keer stoken in totaal
dus niet meer dan 8 kg hout gestookt worden.
A
B