90
nederlands
|
3. Alarmschakelaar
Positie «Ein»: Het akoestisch alarm treedt in werking gekoppeld met de rode LED «storing
en alarm». Positie «Aus»: Het akoestisch alarm is uitgeschakeld.
4. Groene LED «Betrieb»
Licht op wanneer de pomp in bedrijf is.
5. Rode LED «Storing»
Continuesignaal samen met LED «Alarm»: Branden de LED's «Storing» en «Alarm» ge-
zamenlijk ononderbroken dan heeft de temperatuurvoeler de pompmotor wegens oververhit-
ting uitgeschakeld. Gelijktijdig wordt het akoestisch signaal ingeschakeld. Ook het eventueel
aangesloten extern alarm wordt geactiveerd. Als de motor afgekoeld is kan de storing met
de «Reset» knop opgeheven worden (Aanbeveling: SN 592 000). Het signaal wordt door de
Biral Klantendienst bij het onderhoud bevestigd.
Onderhoudsknipperen deactiveren:
1. De bedrijfsschakelaar in de stand «Uit/Off» zetten en vervolgens de toets «Reset» bedienen.
2. Na het loslaten van de toets „Reset" brandt de LED «Alarm» ongeveer 1 seconde lang.
3. Binnen deze tijd de bedrijfsschakelaar in de stand «Auto» zetten.
4. De LED «Storing» houdt op met knipperen..
6. Rode LED «Alarm»
Brand continue: Licht op wanneer het vloeistofniveau in de tank boven het alarmniveau stijgt.
Gelijktijdig treedt het akoestisch alarm in werking. Ook wordt het eventueel aangeslotenexterne
alarm geactiveerd. Licht gelijktijdig ook de groene LED (bedrijf) op, dan is de pomp in werking.
Mogelijk is het alarm in werking getreden door een grotere toestroom van water dan wat de
pomp normaal verpompen kan. In dit geval wacht u tot de toestroom reduceert waarna het
alarm automatisch uitschakelt. Gebeurt dit niet, dan is de installatie op storing gegaan, neem
dan contact op met onze servicedienst. Knippert: Licht de alarm LED op dan heeft de regeling
meerdere malen zeer lang draaien van de pomp geconstateerd. Neem dan contact op met onze
servicedienst (Aanbeveling: SN 592 000).
7. Gele LED «Phasenfolge»
Licht op wanneer de fasevolgorde van de voedingsspanning fout is. De draairichting van
de pomp is dan fout wat resulteert in een geringe waterverplaatsing en een verhoogde
slijtage. Deze waarschuwing werkt niet als bijvoorbeeld na het vervangen van de pomp-
motor de aansluitkabel tussen motor en besturingskast fout aangesloten is en daarom met
een verkeerde draairichting draait. In zo'n geval dient de draairichting in gedemonteerde
staat te worden gecontroleerd. De draairichting van de pompwaaier is vanaf de motor
gezien met de wijzers van de klok mee. Bij het inschakelen resulteert dit in een ruk van de
nederlands 33 motor tegen de wijzers van de klok in. Voor het wisselen van de fasevolgor-
de zie hoofdstuk 5.1.