74
nederlands
|
Waarschuwing
Voordat op één of andere manier werkzaamheden aan het product uitgevoerd
worden moet gecontroleerd zijn dat alle elektrische delen van de installatie, waa-
raan gewerkt wordt niet aan het elektrische net zijn aangesloten.
1.6 Veiligheidsinstructies voor uitvoerder / gebruiker
Gevaar ten gevolge van elektrische spanning moet voorkomen worden (voor details wordt
verwezen naar de voorschriften van de CENELEC of van het plaatselijk energiebedrijf).
Infectiegevaar: Deze opvoerinstallatie verpompt vloeistoffen die voor de gezondheid gevaarlijke
stoffen kunnen bevatten. Daarom bij werkzaamheden erop letten dat mond- en huidcontact met
het medium vermeden wordt.
1.7 Veiligheidsinstructies voor montage-, onderhouds- en inspectiewerkzaamheden
De uitvoerder/gebruiker is verantwoordelijk dat alle montage- onderhouds- en inspectiewerk-
zaamheden door geautoriseerd en gekwalificeerd personeel geschied. Deze stellen zich op
de hoogte van montage en bedrijfshandleiding. Werk aan de installatie is alleen bij stilstand en
spanningsloze toestand toegestaan. Direct na het beëindigen van de werkzaamheden moeten
alle veiligheids- en beschermingsmaatregelen weer in orde gebracht worden. Voor opnieuw
ingebruik nemen wordt verwezen naar «elektrische aansluiting».
1.8 Aanpassingen en reserveonderdelen
Aanpassingen en veranderingen aan pompen/installatie zijn alleen na overleg met fabrikant
toegestaan. Alleen originele reserveonderdelen en door fabrikant geaccepteerde onderdelen
mogen toegepast worden. Bij toepassing van andere onderdelen vervalt elke vorm van aan-
sprakelijkheid en is de fabrikant evenmin aansprakelijk voor de gevolgen daarvan.
1.9 Andere toepassingen / gebruik
De bedrijfszekerheid van de pompen/installatie geldt alleen bij juiste toepassing (hoofdstuk 3
«toepassing») van de montage- en bedrijfshandleiding. De in de technische specificatie aan-
gegeven maximum waarden mogen in geen geval overschreden worden.
2. Transport en opslag
2.1 Levering
Er moet gecontroleerd worden of de leveromvang overeenkomt met de op de vrachtbrief ver-
melde goederen. De opvoerinstallatie wordt met doelmatige verpakking geleverd.
De installatie moet voorzichtig behandeld worden. De aansluitkabel of aansluitin-
gen in geen geval gebruiken om de installatie te verplaatsen of knikken. Het
vrije kabeleind mag in geen geval ondergedompeld of op een andere manier nat
gemaakt worden.
2.2 Eisen voor opslag
Bij langdurige opslag moet de installatie tegen vocht, warmte en vorst beschermd
worden.