verwondingsgevaar!
!
Wees voorzichtig met de leidingen! Verplaats deze zo, dat ze niet kunnen
worden beschadigd en dat men er niet over kan struikelen. Trek de kabels
niet over scherpe randen, en druk of klem ze niet ergens af. Anders dreigt
levens- en verwondingsgevaar!
!
Let er bij het toezicht op baby's of kleine kinderen op, dat de camera en de
kabel buiten bereik van het kind zijn. Anders dreigt levens- en
verwondingsgevaar!
!
Verhinder, dat de nettransformatoren met vocht in aanraking komen en
doop de apparaten niet in het water! Anders dreigt levensgevaar!
!
Bedien de apparaten uitsluitend met de meegeleverde
nettransformatoren. Vergewis u er, voordat u de nettransformator aan het
elektriciteitsnet aansluit, van dat de netstroom volgens voorschrift
voorzien is van 230 V ~ AC, 50 Hz en dat die voorzien is van een
voorgeschreven beveiliging.
Let op!
Bij veronachtzaming van deze aanwijzing kan er schade aan
voorwerpen ontstaan.
!
Stel de apparaten niet bloot aan de nabijheid van vuur, hitte of langdurige
inwerking van hoge temperaturen!
!
Bescherm de apparaten tegen sterke mechanische belastingen en
schokken!
!
Bescherm de apparaten tegen sterke magnetische of elektrische velden!
!
Gebruik de apparaten alleen met de geleverde originele delen of originele
onderdelen!
!
Controleer voor de montage en de ingebruikneming de levering op
beschadigingen en volledigheid!
!
Koppel bij langer niet-gebruiken van het apparaat steeds de
nettransformatoren af van het stopcontact.
!
Sluit geen beschadigd apparaat (bijv. transportschade) aan. Vraag bij
twijfel uw klantendienst om raad. Reparaties en operaties aan de
apparaten mogen alleen door deskundigen worden gedaan.
7. Plaatsing van de apparaten
Voordat u de camera monteert, plant u eerst de montageplaats. Controleer
vandaaruit voor de montage de functie van de camera en de radio-
overbrenging.
Let op de volgende punten:
!
De camera moet zo worden aangebracht, dat er zo mogelijk geen direct
licht of zonnestralen op het objectief vallen, anders kan het beeld
overgemoduleerd worden. Denk eraan, dat de positie van de zon niet
constant is. Controleer bij voorkeur voor de montage het camerabeeld.
Neem hiervoor het apparaat in gebruik en houd de camera op de gewenste
plaats. Verander desgewenst de camerapositie, tot u het optimale
fragment hebt gevonden.
!
Kies de afstand tussen camera en object afhankelijk van de gewenste
detailherkenning.
!
De camera heeft een infraroodverlichtin
Deze wordt via de schemeringssensor g
verlichting van de omgeving bij nacht kunt u de beeldkwaliteit van de
camera verbeteren.
!
Let erop, dat de montageplaats van de camera en van de monitor zoveel
g voor de onmiddellijke omgeving.
eschakeld. Door een extra
mogelijk stof- en trillingsvrij is, en dat er sprake is van een goede
luchtcirculatie.
!
Let erop, dat er een stopcontact in de buurt is.
!
Als u de camera buiten wilt monteren, moet de montageplaats zo mogelijk
beschermd zijn tegen directe regeninval. De nettransformator moet zich
binnen bevinden. De stekkerverbinding met de kabel van de
nettransformator moet zo zijn beschermd, dat er geen vocht in de
verbinding kan komen.
!
Let erop dat er een geschikte doorvoermogelijkheid voor de
nettransformatorkabel op de montageplaats is.
!
Richt de camera voor nachtelijke opnames niet via een venster naar buiten
omdat het beeld door de reflectie van de infraroodbelichting wordt verstoord.
!
Als u de automatische opnames met bewegingsdetectie wilt starten, moet
u erop letten dat er op de achtergrond van het camerabeeld geen
bewegingen plaatsvinden, zoals door de wind bewegende boomtakken.
!
De maximale reikwijdte van de radio-overdracht bedraagt ca. 100 m
(resp. bij optimaal gebruik tot 150m) bij zichtcontact tussen camera en
monitor. In gebouwen is de reikwijdte door muren (vooral
staalbetonmuren) en plafonds duidelijk minder (typisch ca. 20m).
Voorwerpen als koelkast, metalen stellages en beslagen spiegels
verminderen de radio-overdracht ook.
!
De radio-overdracht kan door sterke elektrische velden en andere
zendontvangapparaten worden beïnvloed. Let erop dat u voldoende afstand
houdt van: magnetrons, radiotelefoons, gsm's, zendontvangapparaten in het
2,4 GHz bereik, elektrische motoren en sterkstroomleidingen. Om storingen te
vermijden, kan er slechts één radiosysteem geïnstalleerd worden per
bewakingsplaats / huis / appartement.
!
De monitor moet op een effen en vaste plaats worden opgesteld, bij
voorkeur min. 1 m boven de grond (betere ontvangstcondities). Als
alternatief kan hij aan de wan
8. Montage en aansluiting van de camera
Bij afleve
ring is de camera geschikt voor montage aan de muur en aan plafond
(zie afb. B: I / II).
!
Voor muu
r- en plafondmontage
m.b.v. de meegeleverde schroeven [38] en pluggen [36].
!
Draai de statiefdraad van de houder in de draad [28].
!
Richt de camera en draai de zijdelingse vastzetschroef aan de houder van
de driehoekmoer [32] en de vastzetschroef [33] vast.
!
Draai de antenne [35] naar de antennebus [27].
!
Draai
de antenne
s.v.p. voorzichtig zo, dat ze verticaal omhoog staat.
!
Verbind de kleine spanningsstekker van de nettransformator [37] met de
bedrijfsspanningsbus [31] van de camera.
elkaar.
!
Steek de nettransformator in een geschikt stopcontact.
!
De POWER LED [23] begint rood te branden.
9. Montage en aansluiting van de monitor
!
Klap de opsteller [9] uit, om de monitor op een vlakke ondergrond op te
stellen.
!
Mocht u de monitor aan een verticale wand willen monteren, dan bevestigt
d worden bevestigd.
bevestig de houder [34] van de camera
Druk de verbinding stevig in
NL - 25