WAARSCHUWING:
begrijp het hoofdstuk over veiligheid voordat
u het product gebruikt.
Brandstof
Brandstof gebruiken
OPGELET:
tweetaktmotor. Gebruik een mengsel van
benzine en tweetakt-motorolie. Zorg dat u
de juiste hoeveelheid olie gebruikt in het
mengsel. Door een onjuiste verhouding van
benzine en olie kan de motor beschadigd
raken.
Benzine
OPGELET:
een octaangetal lager dan 90 RON (87 AKI).
Dit kan schade aan het product
veroorzaken.
OPGELET:
een ethanolgehalte van meer dan 10%
(E10). Dit kan schade aan het product
veroorzaken.
•
Gebruik altijd nieuwe loodvrije benzine met een
minimaal octaangetal van RON 90 (87 AKI) en een
ethanolgehalte van minder dan 10% (E10).
•
Gebruik benzine met een hoger octaangetal als u
het product regelmatig gebruikt met een hoog
motortoerental.
Tweetakt-motorolie
•
Gebruik alleen hoogwaardige tweetakt-motorolie.
Gebruik alleen motorolie voor luchtgekoelde
tweetakt-motorolie.
•
Gebruik geen andere typen olie.
•
Mengverhouding 50:1 (2%)
Benzine
1 U.S. Gal.
1 UK Gal.
5 l
Brandstof mengen
Let op:
Gebruik altijd een schone jerrycan wanneer u
brandstof gaat mengen.
64
BEDIENING
Lees en
Dit product heeft een
Gebruik geen benzine met
Gebruik geen benzine met
Olie
77 ml (2,6 oz)
95 ml (3,2 oz)
100 ml (3,4 oz)
Let op:
Maak een hoeveelheid brandstofmengsel
voor maximaal 30 dagen.
1. Voeg de helft van de hoeveelheid benzine toe.
2. Voeg de volledige hoeveelheid olie toe.
3. Schud het brandstofmengsel om de stoffen te
mengen.
4. Voeg de resterende hoeveelheid benzine toe.
5. Schud het brandstofmengsel om de stoffen te
mengen.
6. Vul de brandstoftank.
Brandstof vullen
•
Gebruik altijd een jerrycan met een anti-
morsschenktuit.
•
Als er brandstof op de jerrycan aanwezig is, dan
verwijdert u de ongewenste brandstof en laat u de
jerrycan drogen.
•
Zorg dat het oppervlak rondom de tankdop schoon
is.
•
Schud de jerrycan voordat u het brandstofmengsel in
de brandstoftank laat lopen.
Starten en stoppen
Voordat u de motor start
•
Controleer het product op ontbrekende,
beschadigde, loszittende of versleten onderdelen.
•
Controleer de moeren, schroeven en bouten.
•
Controleer het luchtfilter.
•
Controleer of de gashendelvergrendeling en de
gashendel naar behoren werken.
•
Controleer of de stopschakelaar naar behoren werkt.
•
Controleer het product op brandstoflekkage.
•
Controleer de scherpte en de spanning van de
zaagketting.
Koude motor starten
1. Druk het balgje voor extra brandstoftoevoer 10 maal
in. (Fig. 36)
2. Trek de chokehendel omhoog. (Fig. 37)
3. Druk de behuizing van het apparaat met uw
linkerhand op de grond. (Fig. 38) Stap niet op het
product. Trek langzaam aan de greep van het
startkoord totdat u enige weerstand voelt. Trek
daarna stevig aan de greep van het startkoord.
Let op:
Trek niet aan de gashendel terwijl u de
motor start.
155 - 008 - 24.08.2021